DEN HAAG | NIEUWS | B. en W. van Maasdriel hebben een alleenstaande moeder terecht geweigerd om aangepast vervoer van haar kind naar een school voor speciaal onderwijs te vergoeden. De Raad van State heeft dat geoordeeld in een zaak die door de vrouw was aangespannen. Volgens het rechtscollege waren de omstandigheden niet zodanig dat de vrouw aanspraak kon maken op een vergoeding.
Volgens de lokale Verordening Leerlingenvervoer heeft een ouder recht op een vergoeding als een kind vanwege zijn handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van het openbaar vervoer gebruik te maken om op school te komen. Volgens de moeder, die weduwe is, was daar in haar situatie sprake van. Ze betoogde voor de rechter dat de afstand tot de school groot is, dat ze de zorg heeft voor nog vier kinderen en dat ze een sociaal netwerk ontbeert om die begeleiding van haar kind te kunnen organiseren.
Begeleiding behoort in beginsel tot de verantwoordelijkheid van de ouders, zo stelde de Raad van State vast in de uitspraak, onder verwijzing naar jurisprudentie op dit punt. En het feit dat het om een alleenstaande ouder gaat doet op zichzelf ook niet ter zake, heeft de Raad van State in een eerdere uitspraak al eens geconcludeerd. Van bijzondere omstandigheden is in deze kwestie geen sprake, onder meer omdat de vier andere thuiswonende kinderen allemaal volwassen zijn. De Raad van State wees de vordering van de moeder af.
[Februari 2010]