AMSTERDAM | NIEUWS | Het onderwijs heeft lang de opvatting gehuldigd dat het niet verstandig is om tweelingen bij elkaar te houden in de klas. Dit zou de cognitieve ontwikkeling van de betrokken kinderen nadelig beïnvloeden dan stimuleren. Uit recent onderzoek van wetenschappers van de Vrije Universiteit blijkt dat die vrees ongegrond is: het maakt niet uit of een tweeling bij elkaar in de klas zit of in een parallelle groep.
De onderzoekers komen tot hun conclusie na bestudering van de Cito-scores van ruim 2000 tweelingenparen. Ongeveer zeventig procent van deze tweelingen had in dezelfde klas gezeten, twintig procent had in een parallelle klas les gehad en tien procent in een combinatie van beide. Voor alle tweelingparen gold dat er geen niveauverschillen tussen de kinderen waren.
De conclusie is volgens de onderzoekers dan ook dat het voor de cognitieve en gedragsontwikkeling geen verschil maakt of tweelingen samen of in aparte klassen zitten op de basisschool. De VU-wetenschappers adviseren dat alle betrokkenen (ouders, kinderen, leerkrachten) nauw met elkaar overleggen alvorens tot plaatsing van een tweeling over te gaan.