DEN HAAG | NIEUWS | De overheid gaat fors investeren om zogeheten overbelaste jongeren op school te houden en zo te voorkomen dat ze zonder diploma het onderwijs de rug toekeren. Het gaat om jongeren die zich door de complexe problematiek waarmee ze worstelen niet meer staande kunnen houden.
De gemeenten krijgen jaarlijks bijna 22 miljoen euro om deze jongeren binnenboord te houden.De term ‘overbelaste’ jongeren is geïntroduceerd in een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) onder leiding van oud-minister Winsemius.
Hij stelde vast dat in Nederland naar schatting 16.000 jongeren kampen met een combinatie van problemen die hen boven het hoofd zijn gegroeid. Het gaat bijvoorbeeld om een samenloop van gedragsproblemen, criminaliteit in hun omgeving, moeilijke thuissituatie en psychische problemen. Deze jongeren lopen een groot risico uit te vallen, waarna de ellende voor hen alleen maar toeneemt.
De ministeries van Onderwijs en Jeugd en Gezin hebben nu met de gemeenten afgesproken dat er voor deze categorie jongeren een gerichte aanpak komt, waarbij onderwijs, werk en (jeugd)zorg nauw op elkaar aansluiten. De gemeenten nemen daarin het voortouw, zij betrekken er de scholen en de hulpverleners bij.
Een voorbeeld van deze aanpak zijn ‘plusvoorzieningen’, een gecombineerd programma van onderwijs, zorg en eventueel toeleiding naar de arbeidsmarkt. Het streven is om minimaal 5500 van deze ‘overbelaste’ jongeren op die manier een startkwalificatie te laten halen (diploma havo, vwo of mbo-2).
Het budget wordt aan de gemeenten beschikbaar gesteld via de Decentralisatie-uitkering Jeugd en is afhankelijk van de aard en de omvang van de problematiek. Gemeenten kunnen zelf beslissen hoe ze het geld precies gaan inzetten. De resultaten worden tussentijds geëvalueerd.