UTRECHT | NIEUWS | Een groot aantal vmbo’ers loopt de kans dat zij probleemgedrag gaan vertonen. Dat blijkt uit onderzoek dat dr. Floor van der Velden verrichtte in het kader van haar promotie.
Het risico dat vmbo’ers lopen wil niet zeggen dat ze ook daadwerkelijk in de fout gaan. Met preventieprogramma’s is dat vaak te voorkomen, benadrukt de promovendus in een toelichting.Ontwikkelingspsycholoog Van der Velden komt tot haar bevindingen op basis van een uitgebreide enquête onder tweedeklassers op elf vmboscholen, overwegend in de Randstad. Het gaat om scholen in zowel steden als Den Haag en Rotterdam, maar ook kleinere gemeenten als Hilversum en Hoorn.
De leerlingen moesten zelf aan de hand van een aantal vragen aangeven of zij vormen van antisociaal gedrag vertonen. “Het begrip antisociaal hebben we breed gehanteerd. Dat kan gaan om allerlei fysiek geweld, berovingen en diefstal. Bij dat laatste hebben we dan weer onderscheid gemaakt tussen diefstal met een waarde van onder en boven de tien euro. En ook bijvoorbeeld roddelen en pesten vallen onder het begrip antisociaal gedrag”.
Gedragingen
Uit het onderzoek blijkt dat veel vmbo-leerlingen zich weleens schuldig maakten aan één of meerdere van deze antisociale gedragingen. Dat kwam ook naar voren uit een onderzoek onder docenten. Ongeveer een kwart van de leerlingen vertoont in de ogen van de docenten weleens probleemgedrag. Dat is minder dan op basis van wat de leerlingen zelf melden. “Maar docenten zien natuurlijk ook niet wat leerlingen allemaal uitspoken”, zegt Van der Velden.
Veel jongeren maken zich op deze leeftijd weleens schuldig aan antisociaal gedrag, wat op zich niet verontrustend hoeft te zijn. “Het opzoeken van grenzen, het experimenteren, dat hoort bij de puberleeftijd”, aldus de promovendus. “Maar probleemgedrag is natuurlijk wel ongewenst en het is belangrijk dat te voorkomen.” In het onderzoek was de aandacht gericht op het aanpakken van denkfouten, aangezien ‘denken’ wordt verondersteld vooraf te gaan aan ‘doen’. Van der Velden geeft een voorbeeld van een denkfout. “Jongeren praten hun probleemgedrag goed. Als een jongere een ander heeft geslagen, dan ligt de schuld niet bij hemzelf”.
Preventieprogramma
De vraag die Van der Velden heeft onderzocht is of zulk probleemgedrag ïs te voorkomen is door op school gebruik te maken van een preventieprogramma. Ze ging het effect na van EQUIP, een Amerikaanse aanpak die eerder succesvol is gebleken bij jeugdige delinquenten in het voorkomen van nieuw probleemgedrag en dat nu ook door Justitie in Nederland wordt toegepast. Sinds enige tijd is er een variant van EQUIP voor het onderwijs ontwikkeld. Van der Velden concludeert op basis van haar onderzoek dat EQUIP een positieve invloed heeft op zowel de houding van de leerlingen ten opzichte van antisociaal gedrag (direct na afronding van het programma) als op denkfouten van jongeren (direct en op langere termijn). Daarnaast bleek dat jongeren die aan EQUIP meededen een lagere toename van antisociaal gedrag lieten zien volgens hun docent. Aangezien er geen effecten of gedrag zijn gevonden. Ze pleit dan ook voor aanpassing van het programma en nader onderzoek naar EQUIP om de effectiviteit van het programma te vergroten.
Van der Velden deed haar onderzoek aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht. Op maandag 18 januari 2010 verdedigde ze haar proefschrift.