30 november 2024

Ervaringen op een Koreaanse kleuterschool

COLUMN | Tien kleuters, spijkerharde Koreaanse discipline en één opdracht: Leer ze Engels spreken.

Na een jaartje in het bedrijfsleven te hebben gewerkt besefte ik dat kantoorwerk niet ‘mijn ding was’ en nam ik de beslissing in het buitenland te gaan werken, in het land waar ik eerder met veel plezier een semester als student geschiedenis had gestudeerd. Het vinden van een baan als leerkracht Engels via internet was verbazingwekkend makkelijk, en na een kort telefoontje werd ik aangenomen. Op naar Zuid-Korea!

Vier dagen na aankomst begon ik, met niet meer dan een bachelordiploma geschiedenis en een jaartje kantoorwerk, mijn carrière als leerkracht. Eerst moesten er nog ‘formaliteiten’ worden afgehandeld. Ik bleek geen geldig arbeidscontract te krijgen want als Nederlandse, wier eerste taal geen Engels was, kwam ik helemaal niet in aanmerking voor een visum; ik was daar dan ook als ‘toerist’.
De directeur gaf mij een nieuwe naam (‘Noor is niet Engels genoeg, wat denk je van Jennifer?’ Dat werd Nora) en een nieuwe nationaliteit (‘Vanaf nu ben je Amerikaanse’). Vervolgens werd ik voorgesteld aan mijn klas. ‘Dit is je klas. Je gaat ook in de andere klassen lesgeven. We hebben nog geen boeken. Have fun!’

Daar sta je dan. Geen enkele leservaring, geen boek als houvast, geen collega om aan te spreken, geen idee wat een kleuter eigenlijk denkt en doet…En waar is die discipline gebleven? Dit lijkt net een dierentuin!
Hoe ik die eerste ochtend ben doorgekomen? Geen idee.

Langzaamaan werd het systeem me duidelijk. In Korea mag iedereen die wil zelf een kleuterschool en hakwon (학원, academie) beginnen, je hebt geen diploma’s nodig. Engels leren is prestigieus en er zijn genoeg ouders die daar veel geld voor willen neerleggen, ook voor kleuters. Er zijn een aantal dure scholen en ketens die streng en goed georganiseerd lesgeven, maar er zijn ook genoeg kleinere hakwons die snel geld willen verdienen. En daar was ik terecht gekomen.  
Noor Naaijkens met een groep leerlingen van de SAAB School, Seoul, Zuid-Korea.Mijn rol in het geheel was die van native speaker. Het maakt niet uit wat je doet en wat je presteert, maar de ouders moeten zien dat de kinderen les krijgen van een blanke. De slechte organisatie, het gebrek aan begeleiding en het ontbreken van behoorlijk studiemateriaal zorgen ervoor dat veel buitenlandse leerkrachten de school snel verlaten. Mijn vijf Koreaanse collega’s waren verantwoordelijk voor het studieprogramma en de kinderen. Zij werkten hard maar hadden geen inspraak (respecteer je directeur ondanks alles!) en lieten mij begaan, ik zou immers toch snel weer weg gaan.

Maar hoe kon ik weggaan? Ik vond het hartstikke leuk! Het moeilijkste en meest uitdagende wat ik ooit heb ondernomen, maar voor honderd procent de moeite waard. Na een paar maanden ging het nieuwe schooljaar in en kreeg ik een nieuwe klas, waarbij ik om meer inspraak en meer klassenuren vroeg. Geleerd van eerdere fouten werd ook ik een ‘strenge juf’ en mijn nieuwe kleuters waren engeltjes.

Ik deelde zoveel als ik kon mee in de taken die mijn collega’s ook nog hadden en behoorde nu meer tot het team. Mijn collega’s werden vriendinnen, en zelfs de strikte hoofdlerares sprak positief over me. De directeur trok uiteindelijk aan het kortste eind: na een conflict met hem ben ik weggegaan.

Terug in Nederland was er maar één baan die ik echt graag wilde en dat was als leerkracht op een basisschool. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik snel een baan als zij-instromer heb gevonden en nu, mede dankzij de Lerarenbeurs en mijn directie, in de avonduren voor mijn pabodiploma studeer. De verschillen kunnen niet groter zijn, maar ook mijn eigen kwaliteiten als leerkracht zijn onherkenbaar. Met de ervaringen van nu zou ik pas echt goed kunnen lesgeven aan ‘mijn’ Koreaanse kleuters.     

Misschien, ooit, over een tijdje, ga ik wel terug…

► Lees hier over Noor Naaijkens

 

Deel dit artikel