DEN HAAG | NIEUWS | Ook voor hele kleine scholen blijft er een toekomst. Een ruime kamermeerderheid heeft donderdag 23 september laten blijken een wetsvoorstel van demissionair minister Rouvoet (Onderwijs) te steunen. Tot nu toe is het voortbestaan van een school met minder dan 23 leerlingen in een kleine gemeenschap niet gegarandeerd omdat onder die norm de bekostiging in gevaar komt.
Maar kabinet en kamer zijn het erover eens dat er toch goede redenen kunnen zijn om deze hele kleine schooltjes in stand te houden. Daarbij speelt ook een rol dat een school bijdraagt aan de sociale cohesie van een dorpje.
Brabant
De problematiek van scholen van dit formaat speelt zich vooral in de noordelijke provincies en Zeeland af. In Brabant zijn geen van deze ‘vestzakscholen’. De kleinste school was tot voor kort basisschool De Hoeve in Vught met twaalf leerlingen, maar deze school, gehuisvest in een woning, heeft de deuren gesloten.
Enkele ouders hadden in 2003 de school opgericht, toen nog onder de naam Vrijborch en met een Iederwijsachtig concept. Twee jaar geleden werd het Daltonconcept ingevoerd en werd de naam veranderd in De Hoeve. Er waren echter nauwelijks leerlingen en de inspectie was negatief over de kwaliteit. De Hoeve was een bekostigde school, maar volgens de voor Vught geldende stichtingsnorm zou de school dit schooljaar minimaal 213 leerlingen moeten tellen.
In Brabant zijn nu vier kleine scholen met een leerlingental tussen de dertig en de veertig (in het schooljaar 2009 – 2010, bron CFI). Dat zijn christelijke basisschool Beekdal (32) in Chaam, de christelijke Zwingelspaan (31) in Fijnaart, de katholieke Clemensschool (37) in Hulsel en christelijke school Sprankel (37) in Dussen.
Lees hier het korte verslag over het debat.
