Beroep: onderwijs | Aflevering 1.5
COLUMN | Vraag je eigen studenten wat ze vinden van je school! Dat was de intentie van de JOBAcademy die in september 2009 officieel van start ging met de opening van de JOPBSpot in gebouw Stappegoor van ROC Tilburg (zie afleveringen 1-2-3-4).
Ja zeg, denk je dan onwillekeurig bij jezelf. Dat ROC bestaat nu, wat, twaalf jaar? Zoiets ja. Nou, wat is dat dan voor een organisatie dat na twaalf jaar de suggestie om eens naar je eigen studenten te luisteren, van buitenaf moet komen?
Die gedachte lijkt terecht maar is het niet, want ROC Tilburg informeert al jaren bij studenten wat goed is en wat beter kan. Eén van die meetmomenten heet ‘Broodje CvB’. Bij die gelegenheid lunchen enkele leden van het College van Bestuur met een tiental studenten van een bepaalde opleiding. We seinen de studenten tevoren in dat ze de geen brood mee hoeven te brengen, en tijdens de lunch stelt het CvB hen vragen als: wat is leuk? Wat gaat goed? Wat kan beter?
Dat levert een schat aan gegevens en verlangens op, de één bruikbaarder dan de ander. Zo bleek tijdens een lunch met leerling-metselaars, dat de jongens het tweede jaar van hun opleiding veel en veel leuker vonden dan het eerste jaar. Nou, daar spring je als CvB natuurlijk gretig op in: ‘Oh ja, waarom dan?’
Gegrinnik rond de tafel. Er wordt nog eens in een broodje gehapt. Wat was het geval? Sinds het nieuwe schooljaar was het gebouw aan de Stappegoorweg gemengd. Eerst hadden we alleen techniek en dus voor 90% jongens, nu hadden we ook opleidingen voor kappers, mode, sport en bewegen, artiest: meisjes! Leuke meisjes, vooral de kapsters. Ja ja, maar zo zeggen leerling-metselaars dat niet, ook niet als het CvB aan tafel zit. Nee, min of meer neutraal geadresseerd maar luid en duidelijk voor iedereen hoorbaar kwam de vergenoegde constatering: ‘Jè, dè zèn wel lekkere wèève, jè.’
Meer gegrinnik natuurlijk, maar het CvB liet zich niet uit het veld slaan. ‘Zo, en hoe kunnen we het hier op school nóg leuker maken voor jullie?’
Dat bleek een domme vraag, omdat het antwoord na de voorafgaande opmerkingen zo voor de hand lag. Het kwam dan ook meteen, kort en droog: ‘Meer kapsters.’
► Lees hier vorige aflevering