23 november 2024

Een zachte ‘g’ op een Amsterdamse school

COLUMN | Na het behalen van mijn diploma heb ik zo snel mogelijk het ouderlijk huis verlaten en ben naar de hoofdstad getrokken. Ik kan me niet herinneren dat ik lang over de keuze voor universiteit of stad heb nagedacht, hoewel ik pas een enkele keer in Amsterdam was geweest. Een woning, baantje en vrienden, het zou wel goed komen. (Dat was ook zo: vrienden binnen enkele dagen, een baantje binnen enkele weken en vaste woonruimte na acht jaar. Ach ja.) Amsterdam is fantastisch!
 
Sommige mensen verhuizen en assimileren, passen zich aan. Andere mensen verhuizen en hebben heimwee, proberen hun oude leven na te bouwen. Ik heb geen moeite met me aan te passen en voel me in de raarste situaties op mijn gemak, maar ik ben pas echt Brabander als ik niet in Brabant ben. Toen ik 18 was nam ik me voor om mijn accent nooit te veranderen, altijd een pilsje en geen biertje te bestellen en van ‘houdoe’ een Nederlands woord te maken. Aan dat laatste punt werk ik momenteel.
 
Juf uit Brabant
Mijn huidige klas is een fantastische groep leerlingen met allerlei verschillende achtergronden. In onze mini-samenleving zitten kinderen met ouders uit Nederland, Suriname, Marokko, Turkije, Afghanistan, Italië, Bulgarije, Duitsland, Frankrijk, de Filippijnen en Brazilië. Niet iedereen spreekt vloeiend Nederlands, maar  volgens hen komt iedereen (ook) uit Nederland, behalve de juf. Die komt uit Brabant, en die praat een beetje anders.
 
Ik weet dat het de kinderen, vooral als ze me net kennen, echt wel opvalt dat ik een zachte ‘g’ heb en een andere ‘r’. In mijn eerste week op school vroeg een kleutertje me verbaasd “Waarom zeg jij ‘hoed’ in plaats van ‘goed’?”.
 
De oudere zus van een kleuter vertelde me enthousiast dat ze het woord ‘houdoe’ eens in een taalles had gelezen. Die mensen kwamen uit Brabant en daar praten ze raar! Op een gegeven moment gaat de nieuwigheid eraf en valt het de kinderen niet meer op.
 
Letter van de week
Mijn collega vroeg me een paar weken geleden of ik wist wat de letter van de week was. “De ‘g’” antwoordde ik. “Maar hoe ga je dat dan doen? Je kunt hem niet eens uitspreken!” gniffelde ze. Hoe grappig het ook bedoeld was, daar had ze wel een punt.
 
Hoe hard ik ook probeer om de kleuters mijn ‘g’ te leren, alleen de nieuwelingen nemen hem een tijdje over. De heersende ‘g’ is gewoon te hard om te negeren. Het werd een grappig lesje waarin ik mijn ‘g’ trots demonstreerde, terwijl ik een leerling de ‘g’ liet uitspreken. Daarna deden we klassikaal een ‘g’ – ‘G’ wedstrijdje en probeerden we de letter zo vaak mogelijk te vinden in een tekst. De ‘g’ is nu een letter die veel kinderen al kennen.
 
Houdoe juf!
Ik ben niet elke dag bewust bezig met mijn accent of met de woorden die ik gebruik. Ik besef ook pas dat ik een woord vaak gebruik als ik het een ander hoor zeggen. Zo vertelde Indra dat ze thuis een ‘groot, nee KEI groot’ bed had gekregen en Achmed vond dat Raymond maar ‘zot’ deed. Maar Fatima maakte me op een dag echt blij: “Houdoe juf. Tot morgen!”

► Lees hier vorige aflevering
 
 
 
 

Deel dit artikel