DEN BOSCH | NIEUWS | Het was een goed idee van de Stichting Monumentenprijs Noord-Brabant om voor 2010 schoolgebouwen als thema te nemen. Want dankzij de vijfenvijftig inzendingen, verspreid over heel Brabant, hebben we een aardige doorsnee van wat er nog aan monumentale schoolgebouwen is overgebleven in deze provincie. (Voor de liefhebbers, hier is de complete lijst te zien).
Schoolgebouwen waren heel lang degelijke gebouwen, alsof ze moesten uitstralen dat de kinderen er een even degelijke opvoeding kregen. En het waren, ondanks hun vrij algemene grondmodel (een of meer gangen waar de klassen op uitkwamen), toch vaak gebouwen met karakter die voor de lokale samenleving nog altijd een herkenningspunt zijn.
Het is niet voor niets dat voormalige schoolgebouwen een herbestemming hebben. In Hilvarenbeek bijvoorbeeld zijn in de oude meisjesschool (jaren dertig) appartementen voor starters gemaakt. In de voormalige jongensschool St. Petrus Canisius is nu een Likeurmuseum gevestigd – wie had dat ooit kunnen denken.
Lezenswaardig
Maar wat zeker zo belangwekkend is aan de Monumentenprijs 2010 is dat het een heel lezenswaardig en fraai vormgegeven juryrapport heeft opgeleverd. In het boekje worden in het kort de 22 van de 55 gebouwen beschreven die door de jury zijn bezocht, waarbij er veel oog is voor de architectonische en bouwkundige details.
De beschrijving van de scholen wordt vooraf gegaan door een inleiding waarin de historische ontwikkeling van de scholenbouw wordt beschreven. De klassieke gangschool is het resultaat van het onderwijssysteem zoals dat vanaf het begin van de 19e eeuw tot in deze eeuw toe dominant was in het Nederlandse onderwijs.
Dat is het leerstofjaarklassensysteem. De kinderen van dezelfde leeftijd zitten bij elkaar in een klas en schuiven letterlijk jaar na jaar door naar een volgend lokaal. Ze krijgen allemaal dezelfde leerstof. Het systeem is gebaseerd op de massaproductiewijze die met de industriële revolutie ingang vond in de economie.
Fantasieloos
Ook na de Tweede Wereldoorlog werden er in Brabant nog ‘vooroorlogse’ scholen gebouwd, maar in de jaren zestig was het veelal gedaan met schoolarchitectuur. De bevolking groeide als kool en dus werden er niet alleen tal van prefabwoningen uit de grond gestampt (denk in Brabant aan de beruchte IBC-flats), maar werden er ook in hoog tempo fantasieloze scholen neergezet. De kwaliteit van die gebouwen was vaak abominabel en dat heeft de overheid later nog flink moeten bezuren.
Gelukkig zien we sinds de jaren negentig een kentering ten goede, mijns inziens te danken aan de decentralisatie van het huisvestingsbeleid in 1997 van het rijk naar de gemeenten. Sindsdien zijn er heel wat nieuwe schoolgebouwen verrezen, ontworpen door serieuze architecten die, ondanks de krappe budgetten toch hele mooie resultaten wisten te boeken. Ongetwijfeld komt een hele reeks van die gebouwen over pakweg vijftig jaar op de monumentenlijst…
De winnaar
De keus van de jury viel uiteindelijk op het gebouw van basisschool De Zuidwester aan de Staringstraat in Tilburg. De jury: “Dit prachtige gebouw uit 1938 is in 2007 nieuw leven ingeblazen. De renovatie is op verantwoorde wijze uitgevoerd. De prachtige historische elementen in het interieur die de school nog bezat zijn gelukkig gespaard gebleven en waar mogelijk aangepast aan de nieuwe tijd. Zo bezit de lerarenkamer nog een fraaie wandkast. De aanleiding van de nieuwbouw op het oude gedeelte van de school is met veel zorg uitgevoerd. Het interieur van de hele school oogt fris en de kleuren waarin deuren en kozijnen zijn geschilderd stemmen vrolijk”.
Trots
En zo is het maar net. Wat de toekenning van prijs in mijn ogen extra bijzonder maakt – al zal dat voor de jury geen rol hebben gespeeld – is dat de school in een gewone volksbuurt staat. Het kan niet anders of deze erkenning heeft een positieve uitstraling op de alle bewoners: ze kunnen trots zijn op hun school.
Een eervolle vermelding ging naar het Maaslandcollege in Oss en naar een voormalige lagere school in Vessem, een ontwerp in de stijl van de Delftse School. De jury bestond uit J. Netten, dr. A. van Leeuwen, drs. D. Eeken en A. Caspers.
► Meer informatie op de website van Erfgoed Brabant