14 november 2024

Dragende figuren in het onderwijs zijn het meest gevoelig voor stress

TILBURG | INTERVIEW | Het lijkt een heuse paradox: docenten die zich het meest betrokken voelen bij hun school lopen veel kans dat ze met zichzelf in de knoop raken en daardoor niet meer goed functioneren.

Er is voor zover bekend geen wetenschappelijk onderzoek waarin de relatie tussen bevlogenheid en hinderlijke stress is bevestigd. Maar Hans van Os heeft wel veel van deze gepassioneerde leraren langs zien komen tijdens de stressreductietrainingen die hij de afgelopen jaren heeft verzorgd voor het personeel van zijn werkgever, Ons Middelbaar Onderwijs (OMO).

Van Os is zelf van huisuit docent Nederlands en oud-schooldirecteur en hij raakte geboeid door het fenomeen stress toen hij en zijn collega’s van het Sondervick College in Veldhoven hun nieuwe huisvesting in gebruik namen. “Een schitterend gebouw, met allerlei voorzieningen, nieuwe computers, noem maar op. En toch zag ik allemaal collega’s om mij heen die heel gestrest waren want niet alles werkte goed vanaf het begin. Ik vroeg mij af wat je daar aan zou kunnen doen.”

Ademhalingstechnieken
Hij werd op een idee gebracht door een psychiater die kinderen met ADHD behandelt met gebruikmaking van ademhalingstechnieken. Van Os verdiepte zich in de materie, legde contacten met TNO en het Landelijk Centrum Stressmanagement en ging te rade bij de bekende hoogleraar Ontwikkelings-, Klinische en Crossculturele Psychologie prof. dr. Ad Vingerhoets van de Universiteit van Tilburg. Dat resulteerde in een training die erop gericht is om mensen die worstelen met stress, in dit geval docenten, hun leven weer goed op de rails te laten krijgen, hun balans terug te laten vinden. 
Hans van Os
Van toenmalig bestuursvoorzitter van OMO Rob Kraakman kreeg hij het groene licht voor een pilot. Inmiddels hebben honderd collega’s van elf locaties en werkzaam in alle schooltypen een stressreductietraning gevolgd. Ze deden dat op eigen verzoek of op advies van hun leidinggevende. Binnenkort moet de raad van bestuur van OMO beslissen of de training een structurele voorziening wordt.

Ontspanning
De training bestaat uit 7 bijeenkomsten van een (les)uur gedurende een periode van 7 weken. De deelnemer leert individueel een ademhalingstechniek aan om zich beter te kunnen ontspannen. Of dat lukt is daadwerkelijk te meten met biofeedbackapparatuur die de mate van ontspannenheid registreert. De deelnemer wordt geacht thuis elke dag 2x 10 minuten te trainen.

Na een paar weken training neemt de ontspanning toe. Dan ontstaat er ruimte voor zelfreflectie en kan er aandacht besteed worden aan beweging, aangepast aan de individuele conditie van de deelnemer en aan gezonde voeding. Zonder dogma’s of diëten, zegt Van Os. En tot slot leert de deelnemer een techniek aan die helpt om vervelende emoties te doven. Met nadruk stelt Van Os dat hij trainer is, geen medicus. “Ik stel geen diagnoses, ik behandel niet.”

Chronische stress
Stress, legt Van Os uit, is op zichzelf geen negatief verschijnsel. “We hebben acute stress en chronische stress. Acuut kan goed zijn, het kan prestaties verhogen. Althans tot op zekere hoogte, op een gegeven moment kan het tegen gaan werken en gaat het over in chronische stress. De adrenaline die in het lichaam wordt aangemaakt, wordt omgezet in cortisol. Maar als je teveel cortisol hebt, dan wordt je daar alleen maar moe van.”

Omgang met leerlingen vereist permanente alertheid

Het is, anders dan vaak gedacht, niet de gebeurtenis of de reeks van gebeurtenissen die stress veroorzaken. “Op zich is dat niet het probleem, het gaat om de waarde die er je er aan geeft. Voor iedereen is dat dus anders. Variabelen die meespelen zijn persoonlijkheid, echt hart voor de zaak hebben, niet alleen voor de centen gaan, graag samenwerken, wat voor een ander overhebben, het liefst dingen zelf doen, soms een tikkeltje te nauwkeurig willen zijn. Die mensen zijn heel gevoelig voor stress. Het zijn vaak de mensen die een dragende factor zijn in een organisatie, in het onderwijs zie je dat heel sterk.”  

Stress onderschat
In de ogen van Van Os is stress een groot maatschappelijk probleem dat erg onderschat wordt. “Negentig procent van de mensen die naar de huisarts gaat heeft een stressgerelateerde klacht.” Uit onderzoek is bekend dat de helft van de mensen met chronische stress zegt dat probleem niet zelf te kunnen oplossen. “Er is heel lang luchtig over gedaan, zo van ‘ga een beetje wandelen, een beetje ontspannen, dan gaat het vanzelf over’.  Het advies van de huisarts is vaak medicijnen of behandeling door een psycholoog. Maar, zegt van Os, er zijn betere methoden zoals de stressreductietraining.

De gevolgen van stress zijn onder andere slecht slapen, zich niet kunnen concentreren, hinderlijke emoties, last van nek, maag, buik, hartkloppingen, gejaagd gevoel; de weerstand neemt af.

Niet alleen bij ouderen, maar ook steeds meer bij jonge docenten. Globaal zijn er twee oorzaken aan te wijzen. De omgang met leerlingen vereist een permanente alertheid. Even gas terug nemen door bijvoorbeeld buiten een sigaretje te roken of door even naar de koffieautomaat te lopen – zoals in veel werksituaties mogelijk -, dat gaat niet als je een klas met dertig leerlingen voor je neus hebt.
En verder speelt de maatschappelijke druk om te presteren een rol. Het gevoel geen ‘baas in eigen klas meer te zijn’. 

Afname klachten
De resultaten van de stressreductietraining zijn volgens Van Os verbluffend, de meeste deelnemers waren al vrij snel van hun klachten af. Om dat te illustreren laat hij een reeks persoonlijke reacties zien. “Ervaringen van deelnemers zijn in het algemeen dat ze rustiger zijn geworden, dat ze meer afstand kunnen nemen van hun werk, gemakkelijker met leerlingen kunnen omgaan, zich niet meer laten opjutten, de tijd nemen om zichzelf te ontspannen.” 

Maar meer nog bevestigen gevalideerde metingen de effectiviteit van de training. Het Landelijk Centrum Stressmanagement meet aan het begin, na drie en na zes maanden de effecten en de uitkomst daarvan is positief, stelt Van Os. De deelnemers beoordeelden hun eigen leven voor de training gemiddeld met een 6,6, erna met een 7,4.

Ziekteverzuim
De vraag is wie er baat heeft bij deze aanpak. Dat is natuurlijk op de eerste plaats de betrokkene zelf, die zelf verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen gezondheid. Maar de werkgever heeft er eveneens baat bij, stelt Van Os. Er is minder ziekteverzuim en omdat de mensen beter in hun vel zitten zal dat de effectiviteit van hun inzet ten goede komen. En ook voor de ziektekostenverzekeraar zou de training per saldo kostenbesparend kunnen zijn. De vraag is relevant omdat een training ongeveer 1500 euro kost.
Van Os denkt eraan om deze training ook aan faalangstige leerlingen aan te bieden of aan examenkandidaten.

► De reacties van deelnemers zijn hier  te lezen
 

Deel dit artikel