UTRECHT | NIEUWS | Hij oogde streng en was het ook als het ging over de kwaliteit van het leesonderwijs, frater dr. Caesarius Mommers.
Maar het was ook een beminnelijk man met een gevoel voor humor, zeer betrokken bij het onderwijs. Zo schetste dr. Kees Vernooy, lector aan de hogeschool Edith Stein, de man die populair wel de leesvader van Nederland wordt genoemd. Vernooy deed dat zaterdag 29 januari in Utrecht tijdens de uitreiking van de tweede Dr. Mommersprijs.
Zoals in de negentiende eeuw van de Vlaamse schrijver Hendrik Conscience wel werd gezegd dat hij zijn volk leerde lezen, zo is het bepaald niet overdreven om te stellen dat frater Mommers in de tweede helft van de twintigste eeuw de kinderen in Nederland (en Vlaanderen) heft geholpen bij het zetten van de eerste schreden in de ontwikkeling van hun leesvaardigheid.
Frater Mommers (1925 – 2007) was in 1960 de bedenker van de leesmethode Zo leren lezen, later veranderd in Veilig Leren Lezen. Uitgegeven door de Tilburgse educatieve uitgeverij Zwijsen. In de loop der jaren zijn er vele honderdduizenden exemplaren van verkocht; 85 procent van de basisscholen maakt er gebruik van.
Wetenschappelijk
Niet zo vreemd, dat succes, want uit de schets van lector Vernooy kwam naar voren dat Mommers, en latere mede-auteurs, bij de vervolmaking van zijn methode zeer nauwgezet te werk ging en zich baseerde op nieuwe wetenschappelijke inzichten. “Wij zouden dat nu evidence based noemen, maar zo heeft Mommers altijd gewerkt. Hij paste zijn methode pas aan als hij op grond van wetenschappelijk onderzoek zeker wist dat hij werkte, hij wilde niet experimenteren met kinderen. Mommers was zijn tijd ver vooruit.”
Voor de frater stond ook vast dat een goede leesmethode een voorwaarde is voor goed leesonderwijs, maar dat het uiteindelijke succes staat of valt met de professionaliteit van de leerkracht. “Mommers wist, de rol van de leerkracht is cruciaal”, aldus Vernooy.
Effectief leesonderwijs
Ook met zijn oog voor de effectiviteit van het leesonderwijs was Mommers, die promoveerde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en daar wetenschappelijk onderzoek verrichte, zijn tijd vooruit. ‘Hij bezocht veel scholen en kon kritisch zijn over het onderwijs, bijvoorbeeld als een leerkracht leestijd vermorste. Goed klassenmanagement was belangrijk, daar wees hij op”, zei Vernooy.
Bijzonder was ook dat Mommers als wetenschapper dicht bij de onderwijspraktijk stond en voor een breed publiek van professionals toegankelijke artikelen schreef in vakbladen. Zodat wetenschappelijk vergaarde kennis zijn weg vond naar de leerkracht in de klas. Ook in dat opzicht is Mommers volgens Vernooy nog altijd een voorbeeld.