ANTWERPEN | NIEUWS | Het Vlaamse technisch onderwijs worstelt, net als in Nederland, met een negatief imago. Te weinig leerlingen kiezen voor een technisch beroep.
Dat blijkt uit een artikel in het vakblad Klasse voor leraren van juni 2011. Uit cijfers van werkgeversorganisatie VDAB blijkt dat een op de twee vacatures in de technische sector moeilijk is te vervullen. “Technische scholen kampen met een imagoprobleem. De verouderde vakscholen zijn nochtans al lang verveld tot bruisende scholen voor wetenschap en technologie”, schrijft het blad. Maar ondanks die aanpassing aan de moderne tijd kiezen veel leerlingen toch voor een algemene opleiding (vergelijkbaar met havo/vwo). Bijvoorbeeld de leerlingen die goed in wiskunde zijn.
Het technisch voortgezet onderwijs is in Vlaanderen deels anders opgezet dan in Nederland. Er is onderscheid tussen het beroeps secundair onderwijs (bso), dat min of meer te vergelijken is met het vmbo in Nederland plus de beroepsbegeleidende leerweg in het mbo (bbl). Daarnaast is er het technisch secundair onderwijs (tso) dat min of meer vergelijkbaar is met de voltijdsopleiding in het mbo. Het gaat in het tso dus om de hoger gekwalificeerde technische beroepen. Vanuit het tso is doorstroom naar een technische hogeschool mogelijk. In het artikel in Klasse gaat het over de onderwaardering van het tso.
Basisschool
Een van de tekortkomingen is, schetst een beleidsmedewerker van een school in Diest-Tessenderloo, dat in het basisonderwijs leerkrachten uit zichzelf niet focussen op techniek en technologie omdat ze daar zelden voor zijn opgeleid. Vanuit de middelbare school worden daarom projecten opgezet in het basisonderwijs om ‘techniek op de kaart te zetten‘. Maar ook in het technisch secundair onderwijs zijn teveel docenten die onvoldoende thuis zijn in de wereld van de techniek omdat ze vooral in de algemene theoretische vakken zijn geschoold, meldt Jan van Dingenen, o.a. pedagogisch begeleider techniek en vaktechniek.
Hij noemt de aanpak in Nederland om meer leerlingen (jongens én meisjes) te interesseren voor een technische opleiding een lichtend voorbeeld voor Vlaanderen. “In Nederland zitten alle hogescholen, secundaire scholen en bedrijven samen in het expertisenetwerk Platform Bètatechniek. Bedoeling: zorg voor voldoende en kwalitatief opgeleide technici. Daar zie je het aantal leerlingen in het tso significant stijgen.”
Niet dat er in Vlaanderen in het verleden geen pogingen zijn ondernomen om het technisch onderwijs te promoten, zoals met TSO21-proeftuinen, maar het effect was beperkt. ‘Het was toch vooral preken voor eigen parochie’.