BERKEL-ENSCHOT | NIEUWS | De rectoren magnifici van de twee Brabantse universiteiten zijn voorzitter respectievelijk plaatsvervangend voorzitter geworden van de Ledenraad van Ons Middelbaar Onderwijs (OMO).
Dat is dinsdag 8 november 2011 bekendgemaakt tijdens de eerste vergadering van de ledenraad in Berkel-Enschot. Dat is een nieuw orgaan van OMO, dat direct betrokkenen zoals ouders invloed geeft op het beleid. De benoeming van prof. Philip Eijlander (rector van de Universiteit van Tilburg) en prof. Hans van Duijn (rector van de Technische Universiteit in Eindhoven) accentueert de verbondenheid die er is tussen het wetenschappelijk onderwijs en het voortgezet onderwijs. Beide rectoren benadrukten het belang van kwalitatief goed onderwijs. Of zoals rector Van Duijn het samenvatte: “Toen ik aantrad als rector was ik ervan overtuigd dat onderzoek de belangrijkste taak van een universiteit was. Nu weet ik beter, het gaat vooral om onderwijs.”
OMO blijft vereniging
De ledenraad van OMO komt voort uit een nieuwe bestuurlijke structuur waar vorig jaar al de fundamenten voor werden gelegd. OMO heeft er bewust voor gekozen om een verenigingsstructuur te handhaven, zodat ook ouders invloed kunnen hebben. Of zoals bestuursvoorzitter Bernard het formuleerde ‘We willen onze eigen oppositie organiseren.’
Dinsdag 8 november was de vuurdoop van de Ledenraad, die als belangrijke taak de benoeming van de raad van toezicht heeft. Deze raad – onder leiding van oud-politicus Pieter van Geel – controleert op zijn beurt de raad van bestuur, die bestaat uit Eugène Bernard en Pieter Hendrikse. De organen grijpen in elkaar als de schakels van een ketting, aldus de voorzitter. En dat mag dan allemaal heel abstract klinken, het doel is uiteindelijk dat de kinderen in de klas het beste onderwijs krijgen.
Eén vacature in de acht zetels tellende raad van toezicht is nog open, daarvoor mogen de Brabantse bisschoppen een voordacht doen. De verwachting is dat daar op korte termijn in voorzien kan worden.
Resultaten
In zijn terugblik op 2010 ging Bernard in op de onderwijskundige resultaten van de OMO-scholen. Met de examencijfers scoorden de leerlingen boven het landelijk gemiddelde. Een vergelijking met scholen in de regio is in de maak. Alle scholen van OMO doen ook mee aan het project Vensters voor Verantwoording waar gedetailleerd wordt aangegeven hoe scholen het op diverse gebieden doen.
Als het gaat om de kwaliteitsoordelen van de Onderwijsinspectie dan is er voor sommige scholen nog een slag te maken, aldus Bernard. Voor 155 opleidingen geldt een basisarrangement (voldoende) en voor 13 opleidingen een aangepast arrangement (zeer zwak of zwak). De raad van bestuur vindt dat er in 2013 geen ‘zwakke broeders’ meer mogen zijn. “We zijn ambitieus, een basisarrangement is een minimum, we vinden dat onze scholen de lat hoger mogen leggen”.
Minder centrale sturing
Overigens is een strakke, centrale sturing vanuit het bureau in Tilburg verleden tijd. De verantwoordelijkheid voor het bieden van goed kwalitatief onderwijs ligt op schoolniveau. De raad van bestuur richt zich op de monitoring van het schoolbeleid.
De bureauorganisatie in Tilburg is trouwens aan het krimpen, mede dankzij de inzet van ict. Er komt nu in het complex aan de Spoorlaan kantoorruimte vrij die OMO gaat verhuren.
Financieel gezien is de situatie redelijk stabiel, meldde Bernard, en daarin onderscheidt OMO zich van een sommige andere besturen. Maar voor de nabije toekomst moet wel rekening worden gehouden met negatieve effecten van overheidsbezuinigingen, waarschuwde de voorzitter.
OMO sluit altijd een eigen cao af met de onderwijsbonden, maar de onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst hebben nog geen resultaat opgeleverd. De wijze waarop de verkorting van de zomervakantie wordt ingevuld is een struikelblok.
Katholieke identiteit
Niet alles liep overigens naar wens voor OMO in 2010. De discussie bijvoorbeeld over hoe scholen de katholieke identiteit handen en voeten kunnen geven kwam nog onvoldoende uit de verf. We hebben hier te maken met een weerbarstig onderwerp, concludeerde Bernard.
De eerste ledenraad werd afgesloten met een lezing door Jan Pelle, directeur van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij, die uiteenzette dat in het onderwijs het oude Bildungideaal (vorming) weer van belang is om jongeren van nu goed voor te bereiden op een sterk veranderende wereld.