DEN HAAG | NIEUWS | Prof. Kees Schuyt vindt het verbazingwekkend dat collega’s van Diederik Stapel nooit vraagtekens hebben geplaatst bij zijn manier van onderzoek bedrijven.
“Ik heb veertig jaar onderzoek gedaan, maar altijd met anderen. Het feit dat Stapel in zijn eentje naar scholen ging om onderzoek te doen, dat had alle bellen moeten doen rinkelen. Dat deugde al niet”, aldus de socioloog tijdens een debat in het VSNU-Café in Den Haag [8 december 2011].
Thema van het druk bezochte debat was ‘fraude, integriteit en onafhankelijkheid in de wetenschap’, mede naar aanleiding van de affaire Stapel.
Schuyt is voorzitter van Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) en van de commissie die in opdracht van de KNAW aanbevelingen gaat formuleren over hoe wetenschappelijke fraude te voorkomen. Hij benadrukte dat de kwestie Stapel geen aanleiding is om te veronderstellen dat er iets grondig mis is met de integriteit van de wetenschappers in Nederland. “Daar is geen enkele aanwijzing voor. Het is een incident.”
Nuancering
Maar prof. Wiek van Gilst, directeur van het Nederlands Hartinstituut, wenste dat toch nuanceren. De Tilburgse fraudezaak mag dan in zijn omvang uniek zijn, volgens Van Gilst mogen de ogen niet gesloten worden voor het spectrum waarin dat heeft kunnen gebeuren. Hij pleitte er onder meer voor om naast een promotor een mentor aan te stellen met wie een promovendus de gang van zaken kan bespreken. “We romantiseren teveel het beeld van de meester en de gezel, dat kan dus ook fout gaan.”
Dr. Barend van der Meulen van het Rathenau Instituut vindt dat de integriteitscode van de VSNU op sommige punten tekortschiet. “De nadruk ligt nu vooral op het individu, die moet aan de gedragsnorm voldoen. Maar dat zou ook moeten gelden voor het groepsproces en de organisatie.”
Voor Sijbolt Noorda, voorzitter van de VSNU, heeft de hele kwestie in ieder geval één voordeel opgeleverd. “We zijn met zijn allen wakkergeschud, wetenschappelijke integriteit is nu overal een thema.”
[Eerder geplaatst op Univers Online]
► Lees ook het interview met prof. Ad Vingerhoets: ‘Bijna slachtoffer van collega Stapel’