Beroep: Onderwijs | Aflevering 2.23
COLUMN | Zegt de titel u iets? Bij mij is dat middeleeuwse spel in mijn geheugen gegrift door de lessen van Piet Eligh, mijn leraar Nederlands op de HBS. Eligh (pas veel later ontdekte ik dat hij Piet heette, in die tijd kwam het niet bij je op dat leraren ook een voornaam hadden) zag er niet uit: klein, plomp, onveranderlijk gestoken in een fantasieloos grijs pak / wit overhemd / bruine stropdas. Bril op, bleek, beetje zweterig gezicht met donkere, achterovergekamde haren. Wel: olijke kraaloogjes, maar niets in zijn verschijning verraadde het enthousiasme voor zijn vak en de bezieling in zijn lessen.
Als wij tot bedaren waren gekomen in zijn lokaal (en dat gebeurde snel want hij was niet alleen enthousiast, hij was ook erg streng), dan stak hij van wal. En wij waren verloren: meegesleept door zijn bezieling en verteltalent. Hij droeg Marieken van Nieumeghen voor en dat deed hij zo, dat wij aan het einde van de les helemaal gewonnen waren voor dit honderden jaren oude melodrama.
Waarom vertel ik u over deze bevlogen leraar van veertig jaar geleden? Nou, in het Onderwijsblad van 11 februari staat een artikel van twee bladzijden over ‘de bevlogen leraar’ en de conclusie is (u raadt het nooit), dat leerlingen beter af zijn als ze les krijgen van een bevlogen leraar. Dat had ik nooit kunnen bedenken! Daar was een proefschrift voor nodig (van Judith Konermann).
Bevlogenheid! Inhoud! Passie voor je vak! En de kernvraag is: wat was het vak van Eligh?
Goede antwoord: Nederlands! Foute antwoord: leraar.
Dat is de makke van veel onderwijshervormingen: de leraar is zijn vak kwijtgeraakt en daarmee zijn bezieling. Je kunt leerlingen overal voor interesseren – als je zelf geïnteresseerd bent. Maar verwar goed lesgeven niet met een tas vol didactische trucjes die je kunt aanleren en vervolgens op elke inhoud toepassen.
Daar komt nog iets bij. Eligh was een fantastische leraar en ik ben nog altijd blij dat ik les van hem heb gehad. En zo heb ik er nog wel drie of vier gehad. Of vijf: bevlogen vakidioten die je liefde bijbrachten voor geschiedenis (Derwigh) en natuurkunde (Peters) of wiskunde (Van Nistelrooij). Maar dat zijn er dus vier. Van de veertig (?) die ik gehad heb. En die andere zesendertig?
Lieve lezer, ik heb lessen uitgezeten die jaren duurden. Middagen waar geen einde aan kwam, ook niet na honderd uur. Leraren meegemaakt waarbij elk lesuur een marathon van weken was, zo hemeltergend saai. Leraressen die je je ergste vijand niet zou toewensen.
Dus? Het is nooit goed! De leraar moet zijn vak terugkrijgen (en geen register want dat helpt niet) maar daarmee krijgen we ook al die gortdroge kampioenen van de opperste verveling terug, het is niet anders. En Eligh? Hij rustte in vrede, naast Mariken wat mij betreft, die middeleeuwse deerne die op het slechte pad geraakte maar niet helemaal verloren ging want (en hier sleepte Eligh een hele klas vol pubers mee die nog te bleu waren om te denken, Good for her, lekkere, ruige seks en een beetje afwisseling) ook tijdens haar ‘walk on the wild side’ hield zij contact met haar wortels, zij noemde zich immers ‘Emmeken’, dus zij hield vast aan de eerste letter van haar naam.
Eligh kon zo gedetailleerd vertellen omdat hij werkte aan een proefschrift over Mariken en haar loverboy de duivel Moenen. Kijk, dat is toch wat anders dan een register: bezieling & deskundigheid & betrokkenheid. Geef ons Eligh terug, dan nemen we die andere prietpraters op de koop toe. School hoeft niet altijd leuk te zijn, als je maar iets leert.
> Lees hier de vorige aflevering
Ps Meer over Eligh (en over Derwigh en Van Nistelrooij en Peters etc) leest u op www.groetalexandrie.blogspot.com
Ppps de afbeelding is Marieken met haar duivel in bed. Party!