ST.-MICHIELSGESTEL | NIEUWS | Gymnasium Beekvliet in St.-Michelsgestel heeft sinds vrijdag 2 maart de beschikking over een heus bètapaviljoen. In het fraaie gebouw, dat zich kenmerkt door zijn openheid, krijgen de leerlingen voortaan les in biologie en natuur- en scheikunde.
Met het paviljoen laat Beekvliet zien dat het veel waarde hecht aan de exacte vakken, maar het gaat te ver om het gymnasium tot een bètaschool te bestempelen, zegt natuurkundedocent Patrick van Aarle. “Wel is het zo dat we als secties elkaar deel goed kunnen vinden. Wij vinden het belangrijk om vakoverstijgend te werken. Dat zie je ook in het bedrijfsleven, de multidisciplinaire aanpak. Het werken in teamverband. Het is goed om de leerlingen daar nu al mee vertrouwd te maken.”
Beekvliet is geen technasium, maar deed eerder wel mee aan de Universumprogramma. Nu doet de school mee aan Bèta Excellent, een programma van het Platform Bètatechniek, onder meer bedoeld om meer leerlingen in het voortgezet onderwijs te laten kiezen voor een bètastudie. Op Beekvliet gaat het wat dat betreft de goede kant uit. Het aantal leerlingen dat voor een n-profiel kiest ligt tussen de 55 en 60 procent. In Nederland ligt het aantal bètastudenten op ongeveer twintig procent van het totaal, en dat is in vergelijking met veel andere landen erg laag.
Teams van Beekvliet waren de afgelopen jaren heel succesvol in de strijd om de nationale titel in de EUSO Olympiade (European Union Science Olympiad). Dat is een wedstrijd waarbij niet zozeer de theoretische kennis wordt getoetst, zoals bij andere Olympiades, maar de onderzoeksvaardigheden.
Nadruk op practicum
Op Beekvliet ligt de nadruk erg op het practicumonderwijs, dat maakt de exacte vakken voor veel leerlingen toegankelijker en uitdagender. Leerlingen krijgen bijvoorbeeld de opdracht om casussen uit te werken waarin tal van bètafacetten aan de orde komen. Een voordeel van het paviljoen is ook, legt Van Aarle uit, dat leraren meer gedifferentieerd kunnen worden.
Pieter Hendrikse, lid van de raad van bestuur van Ons Middelbaar Onderwijs, noemde het Bèta Paviljoen een mooi voorbeeld van hoe het onderwijs aansluiting houdt bij de belevingswereld van de jeugd van nu. “We hebben nu te maken met de Generatie Z, dat zijn kinderen die na 1995 zijn geboren en die geen wereld zonder internet kennen.” Het is een generatie voor wie het digitaal kunnen netwerken bijna een levensvoorwaarde is.
School als hangplek
Het onderwijs zal daar, zowel inhoudelijk en gebouwelijk rekening mee moeten houden, aldus Hendrikse. In de ogen van leerlingen is de school een ‘gelegitimeerde hangplek’: ze komen er niet om iets te leren maar om elkaar te ontmoeten.
Hendrikse sprak de verwachting uit dat het onderwijsprogramma in 2020 voor zeker negentig procent digitaal wordt aangeboden. Voor ‘ouderwetse’ boeken is er dan nog slechts een bescheiden rol in school. De bestuurder meldde verder dat ook enkele andere OMO-scholen in de nabije omgeving van Beekvliet met nieuwbouwprojecten bezig zijn: St. Janslyceum, Maurick College en Jacob Roelandslyeum.