GASTOPINIE | Er is een schreeuwend tekort aan universitair opgeleide bèta’s. Maar het beleid van het kabinet ontmoedigt jongeren om een bèta-technische studie te kiezen. Dat gaat ten koste van de innovatiekracht, betogen de hoogleraren Maarten Steinbuch en Jaap Schouten die verbonden zijn aan de TU/e.
Het kabinet wees vorig jaar negen topsectoren aan, die met hun ondernemerszin, handelsgeest en innovatiekracht de kartrekkers moeten vormen van de juist nu zo noodzakelijke economische vooruitgang van ons land. Die negen topsectoren kwamen vorige maand met een alarmerend rapport, met de strekking: we krijgen op termijn een ernstig tekort aan bèta-technisch geschoold personeel.
Om te voldoen aan de vraag van de industrie in 2025 moet maar liefst 40% van de uitstroom van de afgestudeerden aan de universiteiten bèta’s zijn, stellen de topsectoren in hun Masterplan Bèta en Technologie. Anders gaat het niet lukken met de gewenste innovatie en wordt de slogan kennis-kunde-kassa een loze kreet. Dat is een hele opgave. De voorspelling voor 2011 tot 2016 is dat het percentage technisch gediplomeerden op wo-niveau slechts 18% zal zijn. In de negen jaar die daarop volgen, moet dat dus naar veertig stijgen.
Gaat dit lukken? Wij hebben grote twijfels. De toevoer van bèta-technologisch talent zal stokken door de langstudeerdersregeling en de beoogde afschaffing van de studiefinanciering voor masterstudenten.
• Eerst de langstudeerdersregeling: als een student meer dan een jaar langer doet over de bachelor- of masteropleiding, betaalt zij of hij vervolgens meer dan 3000 euro extra collegegeld. Het is bekend dat de gemiddelde studieduur aan de technische universiteiten ruim zeven jaar is. Slechts een gering percentage haalt de driejarige technische bachelor binnen vier jaar. Niet omdat technische studenten lui zijn, maar omdat het bijzonder zware studies zijn. Het kiezen voor deze zware studies komt veel van de studenten dus nu te staan op een langstudeerdersboete.
• Dan de afschaffing van de masterbeurs: ook dit is een ontmoediging om een technische- of bètamaster te gaan doen. Die masters duren immers twee jaar, terwijl een niet-technische master in de meeste gevallen maar één jaar duurt en dus aanzienlijk minder kostbaar is.
• Tot slot dan nog de harde knip: een student mag niet beginnen met een masteropleiding voordat de bachelorfase compleet is afgerond. Dit leidt tot ongewenste vertraging in de studie en het verlies van studiefinancieringstijd – geen factoren die het volgen van een aansluitende masteropleiding bevorderen.
Bètastudenten worden dus steeds meer om financiële redenen genoodzaakt hun studie na de bachelorfase te stoppen of hun masterstudie in het (goedkopere) buitenland te gaan volgen. Scholieren die overwegen een bètastudie te kiezen, worden door de maatregelen ontmoedigd. Ook zal de doorstroom mbo-hbo-wo opdrogen.
Als gevolg van deze maatregelen daalt dus op termijn het aantal wo-afgestudeerden met een bèta- of technologieopleiding. En zakt het gemiddelde kennisniveau van de afgestudeerden en daarmee op termijn het kwaliteitsniveau van de technisch-geschoolde academische beroepsbevolking. De ambities van het Masterplan Bèta en Technologie worden dus hiermee al in de kiem gesmoord.
>> De nood is hoog! <<
De nood is echter hoog! Een voorbeeld: volgens de topsector Chemie heeft de chemische industrie in Nederland alleen al behoefte aan een toename van circa 600 afgestudeerden op hbo-wo-niveau per jaar om te voorzien in de vraag als gevolg van pensionering, vervanging en uitbreiding.
Voor de topsector High Tech Systemen en Materialen liggen deze getallen nog een factor hoger. Verwacht wordt dat naar schatting voor 50 procent moet worden voorzien door het aantrekken van buitenlandse studenten. Voor het groot¬bedrijf zou dat wellicht kunnen werken, maar voor het MKB is dat helemaal nog niet zeker.
Over de gevolgen die de maatregelen hebben voor de verschraling van de mogelijkheden voor studenten om zich extracurriculair te ontplooien, zoals bestuurlijk of cultureel, hebben we het dan nog niet gehad. Voor de ontwikkeling van deze noodzakelijke kwaliteiten is dan steeds minder ruimte.
Wij doen daarom een oproep aan het kabinet en de Tweede Kamer om van de genoemde maatregelen af te zien, in het bijzonder voor de bèta- en techniekstudies. Stop de langstudeerdersregeling, blijf masterbeurzen financieren en schaf het collegegeld voor bèta-technische masterstudies af!
Dat is nu, met de sombere CPB-vooruitblik, wellicht geen evidente keuze, maar we zien dit als absolute noodzaak om ervoor te zorgen dat er straks voldoende bèta’s zijn in Nederland om onze economie innovatief en concurrerend te houden. Investeren in onderwijs en jong talent heeft juist nu prioriteit!
♦ Prof. Maarten Steinbuch (hoogleraar Technische Universiteit Eindhoven en voorzitter Stichting Techniekpromotie) en prof. Jaap Schouten (hoogleraar Technische Universiteit Eindhoven en decaan faculteit Scheikundige Technologie)