COLUMN | door Noor Naaijkens | ‘Juffrouw, wel dapper van je hoor’ hoorde ik een wat oudere vrouw zeggen toen ik met twintig kleuters het Cobra Museum in Amsterdam binnenstapte.
Op deze dinsdagmiddag was het behoorlijk druk met overwegend gepensioneerde bezoekers. In de seconde dat ik het gebouw en de mensen in me opnam maakte een kleuter al vieze vingers op een poster uit de museumwinkel en liet hij vervolgens het hele rek wankelen. De rest zat nog vast in de draaideur. Juist.
Waarom stond ik met twintig kleuters in het museum? Uitstapjes met kleuters zijn heel erg leuk. De kinderen uit mijn groep komen veelal uit minder vermogende gezinnen en ze gaan niet vaak ergens naar toe. Een uitstapje met de klas is spannend, gezellig en leerzaam. De stress verkort mijn leven met een jaar, maar dat is een kleine opoffering.
Bovendien werkte mijn groep al een paar weken aan een kunstproject over kleur en vorm. Ik heb de kinderen voorgesteld aan beroemde moderne kunstenaars en we hebben eigen Mondriaans, Harings en Miro’s gemaakt. Samen hebben we ons uitgeleefd op de doos van een digibord en een enorme Jackson Pollock gemaakt (smeer, druip, gooi met verf!). Een uitstapje naar een museum paste er precies bij.
Het museum. Na even gecheckt te hebben dat ik niet aansprakelijk gesteld kan worden voor eventuele schade, gingen we op pad. De kleuters stapten vol goede moed in de lijnbus en zorgden ervoor dat de overige reizigers ook wisten waar we naartoe gingen. Ze waren zo enthousiast als ze ook zouden zijn voor een reisje naar Disneyland. (Ik bedoel maar te zeggen, als je het zelf maar enthousiast brengt staan ze overal voor open. Zo ook voor de schooltandarts. Maar dat is een ander verhaal.)
De Cobratentoonstelling op de begane grond begon met herkenning. Karel Appel leverde in eerste instantie uitbundige reacties op: ‘Heeft hij dit gemaakt?’ en ‘Die hebben we op school ook gezien!’ Na drie schilderijen werd het ‘Alweer van Karel Appel?!’ en ‘Juffrouw waar is nou dat schilderij van Mondriaan?’
Een korte flashback naar mijn jeugd vol musea met eindeloos vergelijkbare schilderijen… wat deed ik deze arme kinderen aan?
We zijn er even voor gaan zitten, letterlijk. Op die manier bekeken de kinderen de belangrijkste en indrukwekkendste schilderijen en vertelden ze erover. Een schilderij genaamd Kind leek volgens hen meer op een monster. Een schilderij van een vogel was ‘een makkie’. Sommige kunstwerken waren lachwekkend en sommigen heel herkenbaar, waarbij ze nog even vertelden ‘Oja, van Paul Klee, een klas vol met alleen maar meisjes’.
Een schilderij met onduidelijke vormen en veel dikke klodders gemengde verf was ‘van Jackson Pollock’. Ze vertelden zonder schroom wat ze mooi vonden of lelijk. Kortom, ik was zelf nogal onder de indruk van mijn kleuters!
Voor de kinderen was het bezoek aan het Cobra Museum een ware belevenis en ze wilden natuurlijk ook graag van alles en nog wat aanraken. De meeste kinderen hielden netjes de handen op de rug, een enkeling bleef het in zijn enthousiasme maar vergeten.. toen zijn hand uitschoot tegen een schilderij (niet doorvertellen) hield de groep als één man de adem in.
Een grote kleuter hield voor de zekerheid de hand van een kleine kleuter vast. De schuldige was gelukkig zelf ook onder de indruk. Toen ik bij een volgend kunstwerk vast benadrukte ‘Hamzah, raak het alsjeblieft niet aan, dat is hartstikke duur’ vroeg hij zich verbaasd af of het dan allemaal duur was in dit museum.
Ik gloeide van trots toen ik een mevrouw hoorde zeggen dat ‘de kinderen zo zoet waren, en zo goed luisterden’ en er alleen maar vertederende blikken kwamen op wat luidere enthousiaste uitroepen. Na ruim een uur konden de kinderen nog opgewonden worden over het grootste schilderij dat ze ooit hadden gezien.
Eenmaal buiten lieten ze zich echter helemaal gaan. Binnen no-time hingen ze als een stel apen aan, jawel, een kunstwerk van Karel Appel…
? Noor Naaijkens is als kleuterjuf werkzaam op een kleurrijke Amsterdamse basisschool.Foto onder: Een schilderij (120 x 190 cm) gemaakt door de kleuters, geïnspireerd door Jackson Pollock.