BLOG | De koppen zijn niet mals. ‘50 miljoen aan basisschoolfraude met achterstandsgeld’ (nrc.nl). ‘Veel misbruik achterstandsgeld’ (nos.nl). ‘Gesjoemel met achterstandsgelden’ (volkskrant.nl en trouw.nl).
Fraude, misbruik, gesjoemel. Het beeld is in een pennenstreek neergezet. En dat op basis van het Onderwijsverslag 2010/2011 van de Onderwijsinspectie. Voor de oppervlakkige lezer zal gauw de conclusie zijn: Die bestuurders in het basisonderwijs deugen niet. Maar wat staat er werkelijk in het verslag van de inspectie? Is er echt voor 50 miljoen gefraudeerd?
De feiten in een notendop. De volledige passage in het verslag staat onder deze blog. De inspectie heeft een steekproef uitgevoerd onder tweehonderd scholen om na te gaan of de scholen de criteria goed hanteren om in aanmerking voor extra bekostiging voor achterstandsleerlingen. Dat blijkt bij 95 procent van de scholen niet helemaal vlekkeloos te lopen. Er wordt aan leerlingen een extra gewicht (dus extra geld) toegekend die daar geen recht op hebben. De maatstaf is de opleiding van de ouders.
Dat bijna alle scholen in de steekproef een verkeerde opgave doen is opmerkelijk. Maar de vraag is, gaat het hier om fraude en misbruik, of is er sprake van fouten? En daar komt de nuance om de hoek.
Wat schrijft de inspectie: ‘Directeuren van scholen kunnen de fouten meestal niet verklaren. Opmerkelijk is dat zij vaak aangeven dat zij de regelgeving niet goed kennen en ook dat zij vaak verzuimen te controleren of de gegevens correct zijn ingevoerd in hun systemen. Mogelijk maken ze bewust fouten, maar dat kan de inspectie vaak niet aantonen’.
In een enkel geval blijkt een school inderdaad bewust verkeerde gegevens opgegeven te hebben om extra geld binnen te kunnen halen, staat in Trouw te lezen. Maar dat wil toch niet zeggen dat er in alle gevallen sprake is van de zaak tillen? Het maken van fouten is immers nog geen bedrog. De burger die in zijn belastingaangifte zorgkosten als aftrekpost opvoert die geen aftrekposten zijn, is geen fraudeur. Dat wordt op de aanslag gecorrigeerd. Fraude is het pas als kosten die wel als aftrekpost gelden, in werkelijkheid niet zijn gemaakt maar wel opgevoerd worden.
Rekensom
En verder moet niet uit het oog worden verloren dat die rekensom van 50 miljoen euro een extrapolatie van de uitkomsten van de steekproef is. Het is een fictieve berekening, dus het zal niet zo zijn dat er 50 miljoen kan worden teruggevorderd. Alleen de scholen in steekproef moeten het eventueel onrechtmatig ontvangen geld terugbetalen.
De minister van Onderwijs kondigt in Trouw aan dat ze maatregelen gaat treffen. Dat had ze eerder kunnen doen want de inspectie deed vorig jaar al de suggestie om het anders te organiseren. De inspectie: ‘In het vorige Onderwijsverslag suggereerde de inspectie het proces voor de opgave van leerlinggewichten te vereenvoudigen, bijvoorbeeld door een centrale registratie van de gewichten buiten de individuele besturen om. Dit verlicht de administratieve lasten van schoolbesturen en zal leiden tot veel minder fouten in de gegevens.’
—————————
Uit het Onderwijsverslag 2010/2011: Leerlinggewichten
Uit het onderzoek van de inspectie naar de juistheid van de leerlinggewichten op de peildatum 1 oktober 2010 blijkt dat veel basisscholen nog steeds fouten maken bij het toekennen van leerlinggewichten en dat het aantal fouten per school is toegenomen. De invoering van het onderwijsnummer in het primair onderwijs in 2010, waarbij scholen gegevens aanleveren via internet, heeft de problemen dus niet verminderd. Uit een steekproef van tweehonderd basisscholen, die op basis van de leerlinggewichten aanvullende bekostiging ontvangen voor de bestrijding van onderwijsachterstanden, blijkt dat 95 procent van deze scholen een of meer leerlingen heeft aan wie de school een onjuist gewicht heeft toegekend. Op basis van extrapolatie naar de gehele sector basisonderwijs kan gesteld worden dat voor het schooljaar 2011/2012 ongeveer € 50 miljoen aan rijksbijdragen onterecht is toegekend aan besturen van basisscholen. Vorig jaar was dat ongeveer € 26 miljoen. Bij de besturen van de onderzochte basisscholen wordt de rijksbijdrage voor het schooljaar 2011/2012 aangepast aan de onjuist toegekende gewichten.
Het bevoegd gezag (bestuur) ondertekent bij het aanbieden van de bekostigingsgegevens een verklaring waarin de juiste, tijdige en volledige aanlevering van de gegevens aan BRON wordt bevestigd. Dat betekent dat het bestuur moet vaststellen dat dit inderdaad het geval is. Veel besturen schieten hier dus tekort en zijn medeverantwoordelijk voor de geconstateerde fouten.
In het vorige Onderwijsverslag suggereerde de inspectie het proces voor de opgave van leerlinggewichten te vereenvoudigen, bijvoorbeeld door een centrale registratie van de gewichten buiten de individuele besturen om. Dit verlicht de administratieve lasten van schoolbesturen en zal leiden tot veel minder fouten in de gegevens.