Beroep onderwijs | Aflevering 2.35
COLUMN | Begin jaren tachtig gaf ik maatschappijleer bij één van de voorlopers van het roc, de MTS. Daar zaten toen maar een paar Turkse of Marokkaanse jongens op school, dat waren echt uitzonderingen. Op een ochtend ben ik nogal vroeg op school en zie een Turkse jongen die ik in de klas heb, Ilias, in een verder verlaten gang uit de wc’s komen met een overvolle plastic tas in zijn hand. He?
Een beetje verlegen legt Ilyas uit: daar zit zijn driedelige pak in.
Oh?
Zijn vader is trots dat hij op de MTS zit en wil dat hij in een pak naar school gaat.
Maar ja, in een driedelig pak loop je op school natuurlijk voor schut, dus zijn moeder geeft hem een spijkerbroek mee en hij zorgt dat ie vroeg op school is en verkleedt zich op de wc, vóór de lessen beginnen. En of ik er verder niet over wilde praten. (Na dertig jaar breek ik die belofte.)
Vorige maand zat ik in de trein naar Eindhoven. In Oisterwijk stappen drie meisjes in, een onevenwichtig trio: twee kuise, gesluierde moslima’s (wel allebei met een hippe koptelefoon over hun sluier) in lange, hoog dichtgeknoopte jassen. En een blonde, Hollandse del.
Maar dan. Ze ploffen onelegant en met veel misbaar op de harde, ngemakkelijke stoptreinbanken: de twee moslima’s zo dat ik ze zie zitten, het ‘Nederlandse’ meisje (dat er alleen dellerig uitziet in vergelijking met die kuise sluiers) tegenover hen. Haar zie ik niet.
De trein begint te rijden, de meisjes nemen hun modieuze tasjes op schoot en knopen fluks hun jassen open. Het meisje links heeft een vuurrood giletje aan met daaronder een zwart t-shirt. Ze frunnikt onderaan de rand van het shirt, trekt er hard aan en creëert zo een fors decolleté. Ze kijkt keurend omlaag (ik ook).
Dan doen ze allebei hun koptelefoon af. En de bovenste sluier af. En de sluier daaronder af. En onthullen zo hun strak naar achter getrokken haar dat in een knotje achterin hun nek zit.
Allebei: handen achter hun hoofd om het elastiekje los te maken en door hun haren te woelen. Ha! Mooie bossen haar. Ze hebben nog steeds geen woord tegen elkaar gezegd, het gaat allemaal bliksemsnel geroutineerd. Hup, koptelefoons weer op.
Het meisje met het decolleté kijkt weer omlaag. De vriendin kijkt mee en wijst op een lelijke puist in het decolleté: ’Dat moet je eronder houden’, zegt ze achteloos. Het meisje sjort de hals van haar shirt wat omhoog. De hele handel beweegt opgewekt mee en het puistje verdwijnt uit zicht. ‘Is beter zo’, zegt de vriendin te hard (koptelefoon).
Ze doen hun tasjes open. Ze hebben mascara en eye-liner op, maar geen lipstick. Dat manco wordt helrood rechtgezet. Spiegeltje erbij. Nog een beetje aan dat shirt trekken. Dan komt uit een tasje een pakje filtersigaretten en ze steken alle drie een in hun mond.
De trein stopt in Boxtel, de meisjes stappen uit. Met openhangende, wapperende jassen en haren lopen ze gedrieën, nauwelijks van elkaar te onderscheiden, gieberend en rokend het perron af. Naar school, ongetwijfeld.
> Lees hier vorige aflevering