TILBURG | NIEUWS | Het overheidsbudget (lumpsum) dat Ons middelbaar Onderwijs (OMO) ontvangt kwam in 2011 voor 96,2 % direct bij de scholen terecht. Dat is meer dan in 2010 toen het percentage op 95,6 lag.
Dat blijkt uit het jaarverslag 2011 dat onlangs is gepresenteerd. Dat er meer lumpsumgelden naar de scholen is gegaan is het gevolg van een verdere efficiency in de organisatie. De kosten voor overhead gingen in het verslagjaar naar beneden.
Voor het eerst heeft OMO een onlineversie van het jaarverslag gepubliceerd. Dit past in het streven van het bestuur om informatie over het reilen en zeilen van de organisatie zo toegankelijke mogelijk te maken. Het is niet alleen een opsomming van feiten, ook wordt ingegaan op punten die beter moeten of een risico inhouden.
Scholen in beeld
Nieuw is ook dat het eerste deel van het jaarverslag uitgebreide informatie bevat over de afzonderlijke 45 schoollocaties (ruim 62.000 leerlingen) in Brabant. Hiermee wil het OMO-bestuur aangeven dat het belang van het onderwijs voorop staat. In het jaarverslag is ook een overzicht opgenomen van de examenresultaten van de scholen. Daaruit blijkt dat de OMO-scholen altijd boven het landelijk gemiddelde zaten, maar dat de verschillen wel kleiner zijn geworden. En voor het vwo geldt dat de resultaten voor het eerst onder het landelijk gemiddelde zijn gezakt.
In het jaarverslag ook een overzicht van de oordelen die de Onderwijsinspectie in 2011 heeft uitgesproken. In het verslagjaar zijn door de inspectie 183 opleidingen tegen het licht gehouden. (in 2010: 173). Elf opleidingen ontvingen een aangepast arrangement kwaliteit (in 2010:
11). Vier daarvan ontvingen ook in 2010 een aangepast arrangement kwaliteit. Deze scholen moeten op korte termijn weer aan de minimumeisen voldoen. De ambitie van OMO reikt overigens verder, de scholen moeten boven dat minimum presteren.
Vergrijzing
Het aantal medewerkers daalde van 7100 naar 7000. De leeftijdsopbouw van het personeel is onevenwichtig, zo blijkt uit het jaarverslag. Bijna 40 procent zit in de leeftijdscategorie tussen 50 en 60 jaar. De tevredenheid van het personeel scoort een ruime voldoende (cijfer 7,2). Vooral communicatie en organisatie van de scholen bepalen de mate van tevredenheid.
Financieel heeft de vereniging OMO – dat in 2016 een eeuw bestaat – een goed jaar achter de rug. Het exploitatieresultaat was begroot op een negatief saldo van 3,9 miljoen, maar aan het eind van het jaar was het saldo 3,2 miljoen positief. Ook de algehele financiële situatie van OMO (omzet 475 miljoen euro) is gezond.
► Ga hier naar het jaarverslag van OMO
► Lees hier een interview: Voorzitter Eugène Bernard: ‘OMO is groot om scholen klein te kunnen houden’ .