COLUMN | Laat ik maar met het positieve beginnen. Het is te prijzen dat het ministerie van Onderwijs donderdag 4 oktober een Hoge Ambtenaar naar Breda had gestuurd om de OnderwijsTopTalentPrijs 2012 uit te reiken.
Want in de Haagse Hoftoren regeert vooral een papieren werkelijkheid en het kan geen kwaad dat ambtenaren een kijkje nemen in de keuken van het onderwijs. De afvaardiging bestond uit Justus de Hooge, Afdelingshoofd Beleid Kwaliteit Leraren van de Directie Leraren van OCW. Niet de eerste de beste dus. En hij viel met zijn neus in de boter. Want de veertien genomineerden uit het primair en zeven uit het voortgezet onderwijs hadden, als we de jury mogen geloven, stuk voor stuk indruk gemaakt met een afstudeerthesis van hoog niveau.
Jonge talenten (qua ervaring, niet qua leeftijd) die zich onderscheiden door creativiteit en inventiviteit, door een nieuwsgierige, onderzoekende houding, door oog voor innovatie en – vooral – door passie en betrokkenheid. Met andere woorden kakelverse professionals die in hun eigen omgeving een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan het verder verbeteren van het onderwijs in Nederland. Voor de Hoge Ambtenaar moet het een eer zijn geweest om de prijzen aan Ingeborg van Schaik – Schuurmans (po) en Peter Out (vo) te mogen overhandigen.
En dan nu de andere kant van de medaille. Paul Delnooz, lector aan van de Pabo van Avans Hogeschool, nam de gelegenheid te baat om de Hoge Ambtenaar te voorzien van leerzaam leesvoer. Althans dat was zijn plan. Delnooz is initiatiefnemer van de Creatieve Actie Methodologie, een project om het onderwijs te vernieuwen. Dat blijkt zo aan te slaan dat het zich als een olievlek over West-Brabant uitspreidt.
Het interessante van het initiatief is dat er geen extra subsidies nodig zijn van het ministerie, noch een beroep op de Experimentenwet. Maar vooral is het een initiatief dat van onderop komt. Niks geen van bovenaf opgelegde innovatie maar heuse grassroots. Dat moet ‘ze’ daar in Den Haag toch aanspreken zou je denken. Maar niets is minder waar.
Want toen Delnooz een boekje met de beschrijving van deze vernieuwende aanpak overhandigde aan de Hoge Ambtenaar was diens prompte reactie: Nee, dat ga ik niet lezen. Delnooz – en met hem de zaal – was verbluft. Maar de aanwezigen hadden het echt goed begrepen: De Hoge Ambtenaar peinsde er niet over om kennis te nemen van de inhoud. En hij maakte het vervolgens nog bonter. ‘Mijn vrouw werkt ook in het onderwijs. Ik vraag wel of zij het wil lezen en als er iets interessants in staat dan hoor ik het wel van haar’. En daar konden Delnooz c.s. het mee doen.
Het is dat we in Brabant niet meer aan volksgerichten doen, maar eigenlijk had hij met pek en veren de Onderwijsstad Breda uitgebonjourd moeten worden.