OPINIE | door Niko van Dorp* | De crisis slaat genadeloos toe. Berichten in de media over de groeiende (jeugd)werkloosheid schetsen een somber perspectief voor jongeren (en hun ouders), die nu in een examenjaar zitten. Het lijkt haast alsof er geen slechter moment is om een keuze voor een beroepsopleiding te maken dan nu, bij de start van 2013. Maar is dat ook zo ?
Een beroepsopleiding biedt geen toegang meer tot een beroep, dat je veertig jaar (ongestoord) kan uitoefenen. De arbeidsmarkt blijft in beweging. Beroepen waar nu vraag naar is, zijn over tien jaar mogelijk verdwenen of zo ingrijpend veranderd, dat andere kennis en vaardigheden zijn vereist.
Door snelle, technologische ontwikkelingen komt er ook vraag naar geheel nieuwe beroepen.
Bereidheid om een leven lang te leren en om flexibel in te spelen op ontwikkelingen in het eigen beroep en op de arbeidsmarkt mag daarom van toekomstige beroepskrachten verwacht worden.
Bij de keuze voor een beroepsopleiding gaan jongeren op zoek naar opleidingen en beroepen, die hen aanspreken. De kans op een succesvolle afronding van een opleiding stijgt als die voorbereidt op werk, dat aansluit op hun interesses en kwaliteiten, dat hen uitdaagt of dat ze leuk vinden.
Maar ook de kans op het vinden van werk na afronding speelt een rol bij de keuze. Hoe groot die kans is, verschilt van sector tot sector. In de techniek en in de verpleging en verzorging is een schreeuwend tekort aan personeel, maar de perspectieven op een baan in de bouw of de kinderopvang zijn op dit moment heel beperkt. Maar het blijft een momentopname!
De arbeidsmarkt is grillig
We moeten ons realiseren, dat het voor jongeren die nu een opleiding kiezen, nog even duurt voor zij echt de arbeidsmarkt betreden. Daar gaat nog minstens twee tot vier jaar overheen en voor jongeren die vanuit het mbo doorstromen naar het hbo (wat één op de drie doet) zelfs zes tot acht jaar.
De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt verlopen grillig en laten zich lastig voorspellen. Kans op werk in een bepaald beroep hangt van veel factoren af. Op de eerste plaats van conjuncturele ontwikkelingen. We zitten nu in een crisis. Niemand weet wanneer we daar uitkomen. Maar terwijl bouwbedrijven nu omvallen, kan er over pakweg vijf jaar weer een tekort aan werklieden in de bouw zijn. Als we nu stoppen met het opleiden van beroepskrachten voor de bouw snijden we ons straks, als de vraag naar nieuwbouw aantrekt, in de vingers.
Voorspellen blijft lastig
Ook politieke besluiten hebben gevolgen voor de kans op werk. Vacatures in de kinderopvang zijn er nu vrijwel niet. Dat is vooral lastig te verteren voor studenten, die dit jaar een opleiding in die richting afronden. Toen zij drie of vier jaar geleden kozen voor die opleiding, werd het ene na het andere kinderdagverblijf geopend en was er volop werk.
• Open dag ROC Tilburg
Zowel de crisis als de politieke keuze om de financiële bijdrage voor kinderopvang aan ouders te beperken, hebben er bij kindercentra stevig ingehakt. Wie kan voorspellen hoe dat er over enkele jaren uitziet ? Als Nederland dan uit de crisis is, is er wellicht weer behoefte aan meer arbeidsdeelname en staat betaalbare kinderopvang weer hoog op de politieke agenda.
Kans op werk in een bepaald beroep is nog van andere factoren afhankelijk. In het onderwijs en de zorg bij voorbeeld staat voor de komende jaren een ware exodus van het (oudere) personeel gepland. De vervangingsvraag zal van jaar tot jaar gaan toenemen.
Gevolgen automatisering
Onderschat verder ook niet de gevolgen van verdergaande automatisering en informatisering voor de arbeidsmarkt. In de zeventiger en tachtiger jaren van de vorige eeuw verdwenen de textielindustrie en de leerverwerkende bedrijven uit Midden-Brabant. Vies en gevaarlijk werk werd geautomatiseerd en veel productiewerk werd verplaatst naar lage lonenlanden.
In de dienstensector (banken/verzekeringen) en in de detailhandel zien we nu, ruim dertig jaar later, dezelfde ontwikkeling. Werk wordt verplaatst naar het buitenland en steeds meer diensten, maar ook de verkoop van goederen, verlopen via internet.
Perspectief voor mbo-ers nog steeds goed
Met de flexibiliteit van de mbo-afgestudeerden om te reageren op ‘grillen’ van de arbeidsmarkt zit het overigens wel goed. Ruim 90% van hen vindt namelijk binnen drie maanden na het afstuderen een baan, zij het niet altijd direct aansluitend op de gevolgde opleiding. Dit gegeven lijkt me een mooie opsteker voor de jongeren, die nu voor een opleidingskeuze staan.
Vanuit het onderwijs proberen we hen daarbij te begeleiden, onder andere door hen goed voor te lichten. Daarbij nemen we bij alle opleidingen ook het (huidige) perspectief op werk mee. En of ze dan verpleegkundige, beveiliger, operator, administrateur, ICT-beheerder, verkoper, timmerman, sportinstructeur, kapper, activiteitenbegeleider, auto-, vliegtuig- of installatiemonteur of iets heel anders willen worden, moeten ze uiteindelijk toch zelf bepalen.
*) Drs. Niko van Dorp (1952) is lid van het college van bestuur van ROC Tilburg. Studeerde in Leiden sociologie. Was daarna 23 jaar werkzaam bij de Stichting Onderwijsbegeleiding Midden-Brabant. In 2001 maakte hij de overstap naar ROC Midden-Brabant, nu ROC Tilburg.