UTRECHT | NIEUWS | Update | De schooladviezen in groep 8 vallen veel minder samen met de uitslag van de Cito Eindtoets dan altijd gedacht. Dat blijkt uit onderzoek van de Onderwijsinspectie onder 150.000 leerlingen die vorig jaar de eindtoets hebben afgelegd.
Uit dat onderzoek blijkt dat 24 procent van de leerlingen een hoger schooladvies kreeg en 10 procent een lager schooladvies dan de eindtoets suggereert. Het maakt volgens de inspectie veel uit op welke basisschool een leerling zit. Op 7 procent van de scholen heeft de leerling 50 procent kans om een hoger advies te krijgen dan de toetsuitslag, terwijl 11 procent van de scholen bij geen enkele leerling hoger adviseert.
De uitkomst is opmerkelijk want uit jaarlijks onderzoek van Cito zelf valt op te maken dat de afwijkingen tussen toetsscore en advies in groep 8 veel geringer zijn. Volgens Cito valt in 81 procent van de gevallen het advies samen met de score op de eindtoets. In 13 procent van de gevallen is het advies lager dan de uitslag van de toets en in 6 procent is het advies hoger.
Regionale verschillen
De inspectie stelt verder vast dat er grote regionale verschillen zijn. In de vier grote steden krijgen leerlingen maar zelden een lager advies dan de toetsuitslag. In Noord-Holland, Zuid-Holland en Flevoland zijn de adviezen vaak hoger dan de toetsuitslag, terwijl in Friesland juist relatief lager wordt geadviseerd. Het was overigens al langer bekend dat in het Noorden de resultaten mede werden beïnvloed door het feit dat leerkrachten daar lagere verwachtingen hebben van hun leerlingen dan elders in het land. De noordelijke provincies hebben inmiddels wel een inhaalslag gemaakt.
In dagblad Trouw zegt prof. Roel Bosker, hoogleraar onderwijskunde in Groningen, dat het onacceptabel is dat er verschillen zijn in advisering tussen met dezelfde kenmerken en in dezelfde omstandigheden. “Want een schooladvies werkt in hoge mate als een self-fulfilling prophecy. Als je eenmaal in de havo-wvwo-stroom zit, is de kans groot dat je erin blijft. Zit je er niet in, dan is het moeilijk om er te komen”, aldus Bosker in Trouw.
Scholen voor voortgezet onderwijs moeten de plaatsing van leerlingen baseren op het basisschooladvies en het zogenaamde tweede objectieve gegeven (meestal de Eindtoets Basisonderwijs). Het advies van de basisschool is gebaseerd op de inschatting van de basisschooldirecteur, mede gelet op de prestaties van de leerling in zijn hele schoolloopbaan. Hierdoor kunnen er per leerling goede gronden zijn om het advies te laten afwijken van het resultaat van de eindtoets, dat immers een momentopname is.
Onderwijsverslag
Uit inspectiegegevens blijkt dat het voor een leerling nogal wat uitmaakt op welke school hij zit. Op een deel van de scholen hebben leerlingen geen of weinig kans op een hoger advies, maar wel een grote kans op een lager advies dan op grond van hun score mag worden verwacht. De inspectie doet onderzoek naar de kwaliteit van het schooladvies.
De inspectie heeft het onderzoek verricht in het kader van het Onderwijsverslag, waarin jaarlijks de staat van het onderwijs wordt opgemaakt. Het verslag 2011/2012 wordt woensdag 24 april gepresenteerd.
Reactie PO-Raad
De PO-Raad laat in een reactie op het onderzoek weten veel waarde te hechten aan het schooladvies omdat dat is gebaseerd op acht jaar ervaring van een school met een leerling terwijl de cito-eindtoets een momentopname is. “De Tweede Kamer besloot onlangs om het schooladvies een grotere rol te geven bij de overgang naar de middelbare school. Beide gegevens zijn echter belangrijk in de keuze voor het best passende vervolg in het voortgezet onderwijs.”
De PO-Raad vindt het ook belangrijk dat scholen er altijd naar streven hun adviezen te verbeteren. “Dat kan door kritisch naar de eigen schooladviezen te blijven kijken en door ervaringen uit te wisselen met andere scholen en hun schoolbesturen. Vensters PO zal scholen daar in de toekomst bij ondersteunen door inzichtelijk te maken hoe leerlingen met een bepaald basisschooladvies hun schoolloopbaan in het voortgezet onderwijs vervolgen. Veel basisscholen beschikken nu nog niet over deze gegevens. Ook het onderzoek van de Inspectie kan bijdragen aan het verbeteren van de advisering”, aldus de verklaring.
[Bronnen: persbericht inspectie; Cito dossier Eindtoets 2013, Trouw, PO-Raad]