BLOG | Onlangs was het weer zover: onderzoek wees uit dat tachtig procent van de leerkrachten in het basisonderwijs gebukt onder een te hoge werkdruk. Nieuws? Kennelijk wel, want in allerlei (digitale) media dook het bericht over een enquete van CNV Onderwijs onder haar leden op.
De strekking van het onderzoek is dat die werkdruk veroorzaakt wordt door allerlei extra taken naast het reguliere lesprogramma. Citaat van voorzitter Helen van den Berg van CNV Onderwijs: ‘Er is een incident of gebeurtenis met veel media-aandacht, er komen Kamervragen en vervolgens worden centraal uit Den Haag maatregelen genomen en bij scholen neergelegd’.
Klink bekend in de oren. Niet zo gek, want berichten over (te hoge) werkdruk in het onderwijs duiken met de regelmaat van de klok op. Het heeft iets van een repeterende breuk. In 2010 publiceerde datzelfde CNV ook al de resultaten van een onderzoek. Toen lag het accent op een overmaat aan regels. En in dat onderzoek werd bovendien verwezen naar ouder onderzoek waaruit eveneens de hoge werkdruk als steen des aanstoots naar voren kwam in de werkbeleving van leerkrachten.
Een speurtocht in de archieven laat zien dat de werkdruk in het onderwijs een thema van alle tijden is. Het lukt blijkbaar maar niet om daar wat aan te doen. En toch is het belangrijk om daar paal en perk aan te stellen. Het rapport ‘Wie werkt er in het onderwijs’ van het SCP in 2006 geeft aan dat veel leerkrachten het basisonderwijs de rug toekeren vanwege de werkdruk (en de werksfeer).
De samensteller van onderwijsgrafieken Reinout van Brakel wijst naar aanleiding van het onderzoek van CNV Onderwijs in aflevering #478 op een interessant aspect. En dat is hoe leerkrachten zich zelf meer werk op de hals halen door allerlei activiteiten buiten het reguliere programma te organiseren. Als voorbeeld noemt hij een Cito-eindfeest. Van Brakel pleit ervoor dat scholen eens flink de stofkam halen door hun activiteitenprogramma. En vaker nee zeggen.