Naam: dr. Wouter Sanderse (31)
Achtergrond: lector ‘Beroepsethiek van Leraren’ aan de Fontys Lerarenopleiding in Tilburg en docent Filosofie aan de Radboud Universiteit
Gespreksonderwerp: morele vorming van leerlingen
Standpunt: De leraar is een goed voorbeeld voor zijn leerlingen
Tekst: Emmanuel Naaijkens Fotografie: Dirk Kreykamp
Je hebt je vwo-diploma behaald aan de toenmalige Christelijke Scholengemeenschap Walcheren. Hoe kijk je op die periode terug?
“Ik heb altijd zeer hard gestudeerd, dat werd aangemoedigd. Ik was leergierig. De zomervakantie bracht ik het liefst in de bibliotheek door. Maar ik heb er toch niet alles uitgehaald wat er inzat. Ja, dat klinkt misschien vreemd. Ik bedoel dat een middelbare school om meer draait dan kennis opdoen. En dat heb ik zelf pas in mijn studententijd ontdekt. Dat je op allerlei andere manieren actief kunt zijn binnen school en jezelf meer in de breedte kunt ontplooien.”
Je hebt een proefschrift geschreven over morele vorming in het onderwijs. Herinner je je docenten die daar op jouw school oog voor hadden?
“Mijn docent Nederlands was heel bijzonder voor mij. Ik raakte rond mijn zestiende in filosofie geïnteresseerd, maar kon daar met weinig mensen over praten. Hij had dat in de gaten en maakte na de les tijd vrij om daar met mij over van gedachten te wisselen. We bespraken stukjes die ik geschreven had. Die leraar vond dat heel vanzelfsprekend, hij stimuleerde leerlingen die leergierig waren. Na de middelbare school is er een vriendschap ontstaan en vorig jaar was hij was paranimf bij mijn promotie.”
Wat versta je onder morele vorming in het onderwijs?
“Heel algemeen geformuleerd: morele vorming leidt ertoe dat leerlingen een goed mens worden. Daarmee heb je ook het probleem te pakken, want wat is een ‘goed mens’? Mijn onderzoek richt zich op de morele bouwstenen waar je in dit leven niet zonder kunt. Zoals eerlijkheid, verstandigheid, moed, respect, rechtvaardigheid, geduld, verantwoordelijk, betrouwbaarheid. Dat zijn algemeen gewaardeerde karaktereigenschappen, die in de filosofie ‘deugden’ heten. Bedoeld en onbedoeld geven docenten die aan leerlingen mee, in de eerste plaats door hun voorbeeldfunctie.”
Is dat wel een taak van het onderwijs, staat het in kerndoelen?
“’Goed onderwijs’ verzorgen is veel meer dan uitvoeren wat er in de kerndoelen staat. Als filosoof stel ik me de vraag: wat is onderwijs nu in essentie? Waar ben je als docent nu eigenlijk aan het doen? Mijn idee daarover is dat je als docent niet alleen een vak geeft, maar ook ‘jezelf’ onderwijst. Door wie je bent hou je de leerlingen een beeld voor van hoe een goed leven eruit kan zien. Dat maakt van onderwijs geven een morele activiteit. In zijn stijl van lesgeven klinkt door uit welk hout hij gesneden is, of hij karakter toont. Hoe eerlijk hij is, geduldig hij is, hoe kwetsbaar hij zich durft op te stellen. De meeste docenten erkennen dat ze een bijdrage leveren aan de vorming van leerlingen, maar vinden het moeilijk om daarover te praten. Ze willen geen moraalridder zijn. Daardoor blijft morele vorming vaak impliciet. We zouden eigenlijk een stapje verder moeten gaan, en ons moeten afvragen: ‘Waarvan willen wij dat docenten een voorbeeld zijn voor hun leerlingen?’ En: welk effect wil je eigenlijk op leerlingen hebben? Waarschijnlijk niet dat ze je gaan imiteren, maar wat dan wel? Mijn boodschap is: ‘maak de voorbeeldfunctie zichtbaarder, om ze beter te kunnen doordenken. Morele vorming wordt dan minder afhankelijk van individuele leraren.”
In het beleid van de overheid ligt de nadruk sterk op kernvakken, op opbrengsten. Is er steun voor het stimuleren van morele vorming?
“Ondanks de nadruk op output en meetbaarheid, is er een duidelijke onderstroom aanwezig. Kijk verder naar het rapport ‘Onderwijs vormt’ van de Onderwijsraad waarin staat dat leerlingen voorbeeldfiguren nodig hebben, en dat leraren op dat gebied een taak hebben. De liberale Telderstichting heeft ervoor gepleit dat wat zij Bildungnoemen, in het onderwijs moet terugkeren. In de samenleving is er een breed gedragen morele verontwaardiging over zaken als doping in de sport, fraude in de wetenschap, de bonuscultuur, enz. Als je dat in de toekomst wilt voorkomen dan loop je een enorme kans mis als je scholen daar niet bij betrekt.”
Je kunt ook stellen dat hier een taak ligt voor de ouders. Op school leer je een vak, of voor een vervolgopleiding.
“Er ligt absoluut een taak voor de ouders. Idealiter slaan scholen en ouders op dit punt de handen ineen. Een school zonder morele vorming is een anoniem scholingsinstituut waar LOI-cursussen worden aangeboden. Wie die leraren zijn doet er dan niet toe. Dat is niet mijn idee. De school is juist een morele gemeenschap, waar een leerling tot zijn achttiende jaar bijna 10.000 uur doorbrengt. Dan is het toch zonde om die tijd niet aan te grijpen om leerlingen te laten oefenen in verantwoordelijkheid, compassie en vriendschap?”
Staan leerlingen er voor open?
“Een leraar staat er niet alleen in de rol van docent. Hij of zij moet de durf hebben ook zichzelf als mens te zijn. Als je je vak ook goed beheerst, waarderen leerlingen dat over het algemeen heel erg. En ook dat je in persoonlijk contact – binnen bepaalde grenzen natuurlijk –geïnteresseerd in ze bent, in hun wel en wee. Je hoeft niet alles over je privéleven te vertellen, maar wel zo dat leerlingen hun docent ook als persoon leren kennen. En het is knap als docenten zich durven bloot te geven, zich kwetsbaar opstellen, fouten durven maken, en laten zien hoe je daarvan kunt leren. Leraren hoeven dus niet moreel perfect te zijn, maar dat maakt de voorbeeldfunctie niet minder makkelijk. Die voorbeeldfunctie is veeleisender dan wij over het algemeen denken.”
Wat is de rol van schoolleiders?
“Moreel leiderschap betekent dat je een visie hebt op goed onderwijs. Hoe hoger je in de organisatie zit, hoe belangrijker het is dat je het goede voorbeeld geeft. En dat je die visie blijft ontwikkelen in dialoog met je medewerkers.”
In hoeverre vallen moreel besef en identiteit van een school samen?
“We hebben in Nederland de unieke situatie dat er veel ruimte is voor levensbeschouwelijke diversiteit in het onderwijs. Voor veel leraren is de identiteit van de school het eerste aanknopingspunt voor wat ze leerlingen willen meegeven. Maar veel scholen worstelen met hun identiteit. Ze willen aan morele vorming doen, maar dat kan niet meer vanuit het traditionele kader. De afgelopen jaren heb ik op een tiental scholen trainingen verzorgd om die morele vorming opnieuw te doordenken. Mijn lectoraat stelt me in staat om dit groter aan te pakken. Ik ben optimistisch. De meeste mensen die ik spreek over het thema zeggen: dit onderwerp is belangrijk.”
Meer informatie op www.morelevorming.nl