TILBURG | NIEUWS | Update | Hieronder de volledige tekst van de reactie van Eugène Bernard, voorzitter raad van bestuur vereniging Ons Middelbaar Onderwijs, op het vandaag gepresenteerde Onderwijsakkoord.
Afgelopen dinsdag zijn de plannen van het kabinet bekend gemaakt. In de troonrede en de miljoenennota staan belangrijke punten voor het onderwijs. Daarnaast is donderdag het begin september gesloten Onderwijsakkoord gepubliceerd. Eugene Bernard, bestuursvoorzitter van de vereniging Ons Middelbaar onderwijs, reageert op alle kabinetsplannen.
Nulllijn
“Allereerst: ik vind het fantastisch voor al onze mensen dat de nullijn van tafel is. In combinatie met het bereikte pensioenakkoord voor ambtenaren, waardoor de pensioenpremie lager wordt, krijgt de koopkracht op korte termijn een impuls. Het is overigens bijzonder om te zien dat deze nullijn de afgelopen jaren geen effect heeft gehad op onze onderwijsresultaten, en evenmin op de medewerkertevredenheid. Integendeel; die zijn onverminderd goed en recent zelfs verder verbeterd! Je zou dus kunnen concluderen dat onze collega’s gelukkig intrinsiek gemotiveerd zijn, en dat de salarisontwikkelingen geen effect hebben gehad op de motivatie. Zij hebben onverminderd energie gestoken in de kwaliteit van het onderwijs. Dat is een flinke opsteker waar we trots op mogen zijn.”
Onderwijsakkoord
Begin september is het Onderwijsakkoord ondertekend door diverse onderwijspartijen en de minister en staatssecretaris van Onderwijs. In dat principeakkoord wordt de aantrekkelijkheid van het beroep van docent vergroot, de positie van docenten versterkt en de werkdruk verlaagd.
Modernisering secundaire arbeidsvoorwaarden
“Het akkoord moet nog worden voorgelegd aan de achterban, en de vertaling naar de cao OMO moet nog worden gemaakt. Maar ik ben overwegend positief. Het akkoord bevat onder andere een flink aantal afspraken over modernisering van de arbeidsvoorwaarden die goed aansluiten bij datgene waar we bij OMO met Koers 2016 al hard aan werken. Een punt van zorg van veel direct betrokkenen is nog wel de afschaffing van de BAPO-regeling voor oudere docenten. Het lijkt echter onontkoombaar om te zoeken naar moderne secundaire arbeidsvoorwaarden, mede gezien de verschuiving van de pensioenleeftijd.
• Eugène Bernard, bestuursvoorzitter OMO
Door die verschuiving van de pensioenleeftijd ontstaat bovendien, gegeven de huidige arbeidsmarkt, het risico dat er geen nieuwe aanwas van jonge docenten meer komt. Voor Ons Middelbaar Onderwijs, waar de helft van de collega’s 50 jaar of ouder is, vormt dit een risico. Wat gebeurt er over een aantal jaren, als een groot deel tegelijk met pensioen gaat? Een goede balans van ervaren docenten en jonge docenten is belangrijk. Daarom juich ik de aangekondigde stimuleringsmaatregelen toe waardoor jonge docenten een baan kunnen krijgen of behouden. Het is fijn dat de opkomende generatie docenten zo ook een kans krijgen. ”
Academici
Vanaf 2017 mogen docenten alleen hun eigen vak geven. Volgens bepaalde bronnen zouden zij bovendien alleen met een universitaire mastergraad nog les kunnen geven in de bovenbouw van havo en vwo. “Op dit punt lijken de plannen een aantal tegenstrijdigheden te bevatten. De wens om meer academici voor de klas te krijgen in de bovenbouw lijkt in contrast te staan met bijvoorbeeld het handhaven van de plannen voor het sociaal leenstelsel, en het bindende studieadvies van universiteiten. Feitelijk zou je de eerstegraads HBO-lerarenopleidingen dan moeten sluiten; die heb je met deze plannen niet meer nodig.”
Rompslomp
“Het aangekondigde onderzoek naar de vermindering van administratieve rompslomp en werkdruk van de leraar biedt hoop. Dit is ook één van de speerpunten uit het regeerakkoord van eind 2012; helaas hebben we daar tot nu toe nog niet veel van gemerkt. Ik hoop van harte dat de afspraken uit het Onderwijsakkoord op dit punt nu echt eens het verschil gaan maken.”
Lerarenregister
Eugène Bernard: “In het Onderwijsakkoord wordt aangeven dat het lerarenregister vanaf 2017 wettelijk verankerd wordt. Ook de zeggenschap van onderwijsteams wordt wettelijk geregeld, onder andere door een professioneel statuut. Wat ik jammer vind is dat het zover heeft moeten komen dat we dit soort kwaliteitsmaatregelen moeten afdwingen via wettelijke maatregelen. Kennelijk zijn we toch nog niet in staat gebleken om dit soort zaken zelf goed te regelen. Goed onderwijs gedijt in een omgeving waarin ruimte is voor vernieuwingen, voor initiatief. Bij Ons Middelbaar Onderwijs geloven we in een zo groot mogelijke ruimte op de scholen om doelstellingen te kunnen realiseren. Dit streven is verankerd in Koers 2016. De krachtigste keuzes zijn mijns inziens de keuzes die zijn gebaseerd op overtuigingen, niet op ‘moeten’. Het risico van afvinklijstjes ligt op de loer…. “
Professionalisering en nascholing
De Tweede Kamer heeft minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker gevraagd om een Lerarenagenda: een integrale agenda waarin de successen en knelpunten van het lerarenbeleid in kaart worden gebracht. Zij presenteren deze uiterlijk op de ‘dag van de leraar’ op 5 oktober. OCW heeft de hele onderwijssector gevraagd om hier voor input te leveren. In het plan staat wat werkt in het onderwijs en wat er nodig is om de komende tijd voldoende goede en goed opgeleide leraren te hebben in Nederland. Professionalisering en nascholing maken hier onderdeel van uit; nascholing is tevens één van de speerpunten waarover afspraken zijn gemaakt in het Onderwijsakkoord.
Eugene Bernard: “Dat juich ik toe. Want als het gaat om de kwaliteit van het onderwijs op langere termijn maak ik mij zorgen of we straks nog de juiste balans hebben in ons lerarenbestand. Om kwalitatief goed onderwijs te kunnen blijven bieden zijn docenten nodig die slim gebruik maken van al bestaande kennis en een concrete link kunnen leggen naar de praktijk, én docenten die nieuwe kennis creëren samen met hun leerlingen. Er komt nu te weinig aanwas vanuit de lerarenuniversiteiten, waardoor een tekort dreigt. Dat hier nu middelen voor beschikbaar komen is goed nieuws. Waar we wel voor moeten waken is dat alle regelingen en subsidies die over ons worden ‘uitgestort’ niet hun doel gaan missen. De uitdaging is hierbij telkens weer de verbinding te zoeken met onze visie op goed onderwijs, opleiden en arbeidsverhoudingen.”
Toenemende steun
“Wat ik heb gemerkt het afgelopen jaar is een toenemende steun vanuit de politiek en maatschappelijke organisaties voor het beroep van docent. Dat vindt zijn weerslag in de kabinetsplannen, in het Onderwijsakkoord, en hopelijk straks ook in de lerarenagenda.”
[Bron: persbericht]