Beroep: Onderwijs | Aflevering 4.11
COLUMN | ‘Sint Eloy!’: jaren ’50, Tilburg-zuid, donderdagavond rond etenstijd. Elke week meldt zich een morsige, norsige man in een versleten pak onder een openhangende regenjas. Hij belt aan, je doet open en dan zegt hij, nors en veel te hard: ‘Sint Eloy.’
Ik weet, als zesjarig jongetje, dat ie geld komt ophalen, maar pas veel later snapte ik waar dat geld voor is: St Eloy is de vakbond van mijn vader (‘ons pap’) en deze man komt de contributie ophalen. Contant. Elke week. Door weer en wind.
Persoonlijk heb ik niet zoveel met vakbonden: de taal en de uitroeptekens staan me tegen en van mensenmassa’s met petjes op die ‘actie’ scanderen, krijg ik jeuk. Maar toen ik een aanstelling kreeg in het onderwijs zei ons pap vermanend (en zeer verrast dat het mogelijk toch nog goed zou komen met mij): ‘Wel lid worden van de bond, jongen.’
Dat heb ik toen maar gedaan, maar ik zocht wel de bekakste bond uit die ik kon vinden: het Nederlands Genootschap van Leraren. Ik vond het wel vermakelijk om lid te zijn van een echt genootschap, maar lang heeft dat niet geduurd want u weet: onderwijsland = fusieland. Het NGL volgde die traditie en fuseerde met de ABOP tot de AOb. Ach, het zij zo. Ik ben gewoon lid gebleven en heb er nooit iets anders mee gedaan dan contributie betalen. Trouwens, het Onderwijsblad heeft wel aardige columns, elke veertien dagen.
Maar wat de bond niet zou moeten doen, als ze willen dat ik ze serieus blijf nemen, is theezakjes rondsturen. Dat gaat echt te ver. Vakbondsleden drinken geen thee (en al helemaal geen earl grey-thee), maar te hete zwarte koffie uit witte plasticbekertjes. En daar roken ze zware shag bij. Toch?
Ps sinds twee weken ben ik lid van de ondernemingsraad van ons ROC en zal ik dus meer te maken krijgen met vakbondsthee of -koffie. Ik voorzie dat mijn vooroordeel die confrontatie met de realiteit niet gaat overleven. U hoort er nog van!
> Lees vorige aflevering: De groene monteur komt eraan