COLUMN | De koppen in de gedrukte en digitale media logen er niet om: ‘Nederlandse leerling slechter in wiskunde’. Bron van dit nieuws het PISA-onderzoek 2012. Daarin staat dat Nederlandse leerlingen van 15 jaar ten opzichte van het vorige onderzoek in 2009 min of meer gelijk scoren, maar ten opzichte van 2003 nog altijd flink lager scoren.
Er is echter ook een lichtpuntje. Absoluut gezien mogen de resultaten tegenvallen, relatief gezien is er juist vooruitgang geboekt. In Europa staan we namelijk op nummer drie, kort achter Zwitserland en Liechtenstein. En verrassend, we laten de ‘superieure’ Finnen deze keer achter ons. Zij het met miniem verschil.
De wijze waarop de media berichtten over het absolute en relatieve resultaat bracht een directeur tot de uitroep: Maar is het dan ook nooit goed? Stel, zei de man, dat we in absolute zin wel vooruit waren gegaan, maar in relatieve zin terrein hadden verloren op andere landen. Nou dan had ik de koppen wel kunnen voorspellen: Nederlandse leerling raakt verder op achterstand!
Ik kan me wel iets bij die frustratie voorstellen, het is ook een beetje een kwestie van het glas dat halfvol of halfleeg is. En bij onderwijs is het in de ogen van de buitenwereld al gauw dat laatste. Nederland komt op een aantal onderdelen – mij beperkend tot wiskunde – behoorlijk uit de hoek. En als je ziet welke grote (Westerse) landen achterblijven dan doen we het gewoon goed. Toch zijn er ook pittige kanttekeningen te lezen die tot nadenken stemmen. Ik noem er enkele.
– Meisjes presteren minder als het om wiskunde gaat. Een opvallende constatering in het licht van het J/M debat, dat juist gaat over een vermeend ‘jongensprobleem’. Opgemerkt zij overigens dat de winnaar van de Wiskunde Olympiade 2013 een meisje van zestien jaar is.
– Dat we in de landenranglijst wat omhoog zijn geschoven is te danken aan het feit dat scores van leerlingen in andere landen meer achteruit zijn gegaan. Kennelijk is het geen specifiek Nederlands probleem.
– Op een onderdeel (het subdomein hoeveelheid) blijven de leerlingen in het kielzog van de Aziatische tijger en wiskundetopper Zuid-Korea. In dit verband een anekdote. We kregen eens een Zuid-Koreaanse student te logeren, die vertelde dat zijn wiskundeleraar hem met een rietje had bestraft omdat hij onder zijn kunnen had gepresteerd. Nee, dat was niet in de vorige eeuw.
– De onderzoekers werpen de vraag op of de teruglopende prestaties van Nederlandse leerlingen te maken hebben met de groei van havo en vwo en de krimp van het vmbo. Een trend overigens waar een eind aan lijkt te zijn gekomen. De suggestie is dat er leerlingen op havo zitten die qua niveau eigenlijk in het vmbo thuishoren; idem op het vwo die op de havo beter op hun plek zouden zijn. Interessante kwestie.
– De onderzoekers vinden dat de ontwikkelingen zoals die in het PISA-onderzoek naar voren komen reden zijn om ‘de alarmbel’ te luiden. Die opmerking staat niet in de brief aan de Tweede Kamer.
> Zie ook: PISA in vogelvlucht