GASTOPINIE / De Inspectie van het Onderwijs komt in haar recente onderwijsverslag tot de conclusie, dat de motivatie van vooral leerlingen in het voortgezet onderwijs achterblijft. 25 jaar geleden was de motivatie van leerlingen in het voortgezet onderwijs al dramatisch laag. Een gebrek aan concentratie en taakgerichtheid is kennelijk van ‘alle tijden’. Maar toch….
In Nederland hebben we maar één gecertificeerd instrument om de motivatie van leerlingen in basis- èn voortgezet onderwijs op een betrouwbare en valide manier te meten, namelijk de Schoolvragenlijst ‘de SVL’. De SVL kent een lange geschiedenis. Ze werd al in de jaren zeventig ontwikkeld om leerlingen met opvallend gedrag te signaleren.
Recent is een digitale versie beschikbaar: de SAQI (Survey Attitude Questionnaire Internet). Als leerlingen oordelen over hun eigen gedrag is er veelal sprake van sociaal wenselijke antwoorden. De SVL/SAQI controleert op sociale wenselijkheid. Om aan de psychometrische eisen te voldoen is de SVL zowel in 1982 als in 2005 landelijk genormeerd voor leerlingen in de bovenbouw basisonderwijs en de eerste drie leerjaren in alle typen voortgezet onderwijs. Steeds hebben tienduizenden leerlingen meegedaan om aldus een landelijk representatief beeld te krijgen. Dat maakt een vergelijking tussen 1982 en 2005 interessant en relativeert de constatering van de inspectie.
Bevindingen in 1982 en 2005
In 1982 was de motivatie van meisjes in de toenmalige hoogste klassen 4, 5 en 6 basisonderwijs zeer gunstig en was hoger dan bij jongens, maar bij jongens nog steeds positief. In de brugklas steeg de motivatie van jongens en meisjes licht en was gemiddeld zelfs hoger dan in het basisonderwijs. Een nieuwe schoolomgeving heeft kennelijk een gunstige invloed. Maar het nieuwe is er snel af. In de leerjaren 2 en 3 van het voortgezet onderwijs was er sprake van een sterke terugval tot ver onder het niveau basisonderwijs. Leerjaar 3 scoorde nog lager dan leerjaar 2. Deze gebrekkige motivatie gold bij jongens voor alle schooltypen LBO, mavo en havo-vwo in even sterke mate. Bij meisjes zagen we eenzelfde trend; alleen vormde de motivatie van meisjes in het havo-vwo een gunstige uitzondering.
In het onderzoek in 2005 constateerden we enkele opmerkelijke verschillen met de bevindingen in 1982. Terwijl in het basisonderwijs de motivatie van zowel jongens als meisjes gelijk was gebleven, bleken in het voortgezet onderwijs de jongens in alle schooltypen vmbo-basis/kader (= LBO), vmbo-gemengd/theoretisch (= mavo) en havo-vwo significant minder gemotiveerd. Bij meisjes was er geen terugval in motivatie; in alle schooltypen was de situatie gelijk aan die van 1982.
Interessante veranderingen
Omdat de motivatie van leerlingen geen geïsoleerd fenomeen is, meld ik nog enkele interessante veranderingen over een periode van 25 jaar. In het basisonderwijs zijn enkele sociaal-emotionele competenties bij jongens en meisjes aantoonbaar verbeterd: ‘het zelfvertrouwen’ en ‘de manier waarop leerlingen met elkaar omgaan’. Dat geldt ook voor jongens en meisjes in het havo-vwo en vmbo g/t, echter niet voor leerlingen in het vmbo b/k. Alleen in het vmbo g/t gaan leerlingen met meer plezier naar school. In zowel het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs is de relatie van leerlingen met leerkrachten gelijk gebleven.
Er zijn dus ook duidelijk positieve ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs te melden, maar niet over de hele linie. Een gebrek aan motivatie is dus niet typisch voor het huidige onderwijs, maar is van ‘alle tijden’. Een conclusie is wel, dat bij kinderen die in het basisonderwijs nog wel gemotiveerd zijn, in het voortgezet onderwijs, na een jaar brugklas, doorgaans hun leertaakgerichtheid en concentratie in de klas verliezen. Vooral jongens hebben daar last van. De sleutel voor innovatie van het voortgezet onderwijs lag en ligt nog steeds in een leerstofaanbod dat vooral voor jongens meer boeiender en uitdagender moet worden. Voor topleerkrachten een fraaie ambitie met een uitdagend perspectief.
Joop Smits, Berkel-Enschot
(mede)auteur Schoolvragenlijst; oud-inspecteur; doet momenteel onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs.
Reacties joopenels@hetnet.nl