GASTOPINIE | door Niels Aussems* | De wet Passend onderwijs strandt in het mbo, zo stelt de 22-jarige ‘thuiszitter’ Niels Aussems uit Waalwijk. Het mbo is te theoretisch. Dat past niet bij een grote groep leerlingen. Niels’ strijd voor beter mbo-onderwijs levert hem geen betere opleidingsplek op; wel veel bijval van jongeren in vergelijkbare, schrijnende situaties.
“Ik ben geboren met oorpijn. Daardoor liep ik al jong een leerachterstand op. In mijn laatste schooljaar 2009 is bovendien dyscalculie en pdd-nos vastgesteld. Ik kom daardoor theoretisch niet verder dan niveau 1 van een mbo-opleiding, praktisch zit ik op niveau 3. Maar om de betreffende niveau 4-diploma opleiding te halen, heb je niveau 1, 2 en 3 ook nodig.
Per 1 augustus gaat de nieuwe wet Passend onderwijs in. Die verplicht gemeenten en onderwijsinstellingen in Nederland om de zogenoemde ‘zorgleerling’ een passende plek binnen het onderwijs te geven. Ik vrees dat het mbo roet in het eten gaat gooien. Mijn ervaring is namelijk dat het mbo helemaal niet passend is.
Ik heb diverse keren om tafel gezeten met mensen van het ROC in mijn omgeving. Dat heeft geen passende plek voor mij opgeleverd. Ook een gesprek met de Onderwijsinspectie leverde niets op. Uiteindelijk nam het ROC een test af, maar de uitslag was negatief op niveau 4 en dus nam de school mij niet aan. Ondanks dat de school wettelijk verplicht is iedereen toe te laten.
Onbegrip
Veel mensen denken dat iedereen een mbo-opleiding moet kunnen volgen. In de praktijk blijkt dat niet zo te zijn, gezien alle reacties die ik heb gekregen op mijn publicaties. Ieder mens is anders en het gaat hier om een doelgroep die een andere aanpak nodig heeft. Te snel denken opleidingen dat deze leerlingen niet willen. Dit onbegrip zit niet alleen bij de opleidingen, maar ook bij de arbeidsmarkt. Net zo goed als bedrijven denken dat iemand in een rolstoel niks kan. Terwijl er vaak alleen een kleine aanpassing nodig is, een lift en een verstelbaar bureau.
Het begint al in het voortgezet onderwijs en het praktijkonderwijs. Die moeten een leerling beter klaarstomen voor het mbo, vooral op het gebied van sociale vaardigheden en de basistheorie Nederlands, Engels en wiskunde. Dan kan een leerling meteen in de praktijk beginnen.
Leren in de praktijk
Ik wil graag alle theorie meekrijgen die ik voor mijn toekomst en beroep nodig heb, maar dan het liefst in de praktijk. Zo doe ik ook meteen werkervaring op. In het huidige onderwijssysteem op het mbo zit te veel theorie. Nederlands, Engels en wiskunde worden bovendien bij elk mbo-niveau moeilijker. Dat kan ik en met mij een grote groep leerlingen niet aan. Wij moeten in de praktijk uitgedaagd worden.
Om een dergelijk, ‘nieuw’ onderwijssysteem tot een succes te maken, zijn bedrijven nodig. Daar ligt een mooie taak voor de gemeente, in het verlengde van de Participatiewet waarvoor ze binnenkort verantwoordelijk wordt. De gemeente heeft al goede relaties met de bedrijven in haar regio. Er moet positief naar de talenten van mensen gekeken worden, niet blijven hangen op wat iemand niet kan.
Volgens de vele testen die bij mij zijn afgenomen, heb ik ondernemerskwaliteiten. Om dat verder te kunnen ontwikkelen, heb ik een kans nodig. Het onderwijs voor mensen als ik moet daarom toegankelijker worden. Niet blijven hangen in de theorie, maar puur opleiden in de praktijk voor de praktijk. Elk kind verdient namelijk goed en passend onderwijs.”
______________________________
*) Niels Aussems (22) uit Waalwijk heeft praktijkonderwijs gedaan en zou kunnen doorstromen naar niveau 1 van het mbo (AKA). Het liefst zou hij een economische mbo-opleiding doen zodat hij als (junior) accountmanager aan de slag kan. Hij hoopt na de zomer samen met een touroperator een vakantiewebsite op te zetten voor mindervaliden en zorgbehoevenden met een lichte zorgvraag.
Niels heeft ook een brief gestuurd naar Koning Willem Alexander, en kreeg antwoord van de secretaris-generaal van OCW. Die laat na enige correspondentie over en weer weten dat OCW niets voor hem kan doen. Hij kreeg een verwijzing naar Bureau Onderwijsconsulenten.