Beroep: onderwijs | Aflevering 6.14
COLUMN | Zojuist verschenen: de keuzegids voor het mbo. Als je het rapport Education at a glance van de OESO leest, dan vind je daarin één glashelder advies: kies voor het Nederlandse mbo. En deze column schrijft zichzelf: ik ga lekker zitten citeren uit de samenvatting van dat OESO-rapport. Allemaal lovende ballen voor in de kerstbomen van mijn collega’s. Vooruit jongens, daar komen ze. Plukken en ophangen:
1. Nederlandse mbo-studenten doen het in internationaal perspectief zeer goed. De gemiddelde score van jongvolwassenen met een mbo-diploma ligt zelfs hoger dan de gemiddelde score van deelnemers met een afgeronde opleiding in het hoger onderwijs in sommige andere landen.
2. In vergelijking met mensen met een vergelijkbare beroepsopleiding in andere landen behalen Nederlandse mbo’ers gemiddeld de hoogste score van alle landen.
3. Doorstroom naar hoger onderwijs en verkrijgen van werk na het mbo: Nederland behoort tot de internationale top.
4. Het beroepsonderwijs in Nederland sluit goed aan bij de eisen van de werkpraktijk. Uit onderzoek naar de gevraagde taal- en rekenvaardigheden op het werk blijkt er nauwelijks sprake te zijn van over- of onderkwalificatie.
5. Op belangrijke indicatoren, zoals toegankelijkheid, doorstroom, instroom arbeidsmarkt en bestrijding voortijdig schoolverlaten, scoort Nederland telkens ruim boven het EU- gemiddelde.
6. Het onderzoek laat zien dat het Nederlandse mbo kwalitatief hoogstaand onderwijs levert. Het mbo-stelsel kan wedijveren met de beste systemen ter wereld en komt tegemoet aan de huidige eisen van een dynamische arbeidsmarkt.
Zo, deze kerstvakantie kunnen wij rustig en zelfvoldaan achteroverleunen, in afwachting van de vette bonus die de minister ons zonder enige twijfel gaat uitreiken, als zij dit rapport eenmaal uitgelezen heeft.
Kom op Jet, laat je niet kennen: een extra periodiek voor alle mbo-medewerkers is toch wel het minste!