Beroep: onderwijs | Aflevering 6.15
COLUMN | Een nieuw jaar – een opgewekte column! Ik ontleen hem aan een congres van het ‘Platform medezeggenschap mbo’ begin oktober. Een Vlaming verzorgde de avondlezing. Ja, hij was ook professor en dokter, maar toch vooral: Vlaming, en het viel op hoezeer zo’n accent de toon zet. Alsof de hele zaal ineens goeie zin kreeg.
Hij was geneticus en hij had zijn hele werkzame leven daaraan besteed. Goed besteed ook, want hoogleraar geworden en een aantal boeken geschreven, bestsellers zelfs. Over genetica dus: wat is erfelijk en wat kunnen wij tijdens ons leven er nog bij leren? Ha! Interessant voor onderwijsmensen en hij lepelde veel vermakelijke verbanden tussen genen en gedrag op een vermakelijke manier op.
Zo hebben wij veel materiaal van de pre-mensen (Neanderthalers en zo) in onze genen en is ons gedrag maar zelden rationeel. Het is meer dat wij ons dat wijsmaken, achteraf. We zoeken en vinden redelijke verklaringen voor impulsief, genetisch bepaald gedrag. Hij gaf een voorbeeld waarvan iedereen even rechtop ging zitten: bij mannen ligt promiscuïteit genetisch vast, oftewel, we kunnen aan de genen zien of een aanstaande echtgenoot de huwelijkse trouw zal huldigen of niet.
Oh ja? Eén van mijn collega’s in de zaal, een vrouw van middelbare leeftijd (wat jonger dan ik dus) stak haar hand op en vervolgens van wal met een emotioneel betoog: zouden we niet kunnen voorzien in een genenscan van alle toekomstige echtgenoten zodat we onze dochters tijdig kunnen waarschuwen voor gerede kans op overspel?
Nee, dat kon niet, zei de geneticus (Mark Nelissen heette hij, schiet me nu te binnen). Uit ethische overwegingen. En wachten op gedragsverandering door natuurlijke genetische selectie dan? Ja, dat kan natuurlijk altijd en er zit niets anders op, maar op wat voor termijn gaat dat dan gebeuren?
Ach, zei Nelissen (en nu kom ik aan het opgewekte deel van deze column), ‘Dan moet u toch al gauw aan 50.000 jaar denken.’ Gelach in de zaal. ’Dus dat maken wij niet meer mee.’Opnieuw gelach in de zaal: nee, zo lang maken wij het niet meer en onze dochters ook niet, toch?
Maar de prof bedoelde iets anders en toen dat doordrong werd het even heel stil in de zaal: ‘Nee, ik bedoel, de mens als soort maakt dat niet meer mee. Wij zijn ooit ontstaan en wij zullen ooit ook weer verdwijnen van deze aarde.’ Tja, daar kun je stil van worden, maar mij stemt het vrolijk: niet tot in alle eeuwigheid amen, maar ooit is het allemaal voorbij. Iets kijkt straks op ons terug zoals wij op de dinosaurussen!
Met die gedachte wil ik 2016 wel in.
Ps: Nelissen had ook een aardige, genetische verklaring voor angst voor vreemdelingen. Daarover een andere keer meer.