Beroep: onderwijs | aflevering 6.20
COLUMN | Met deze column wil ik u verontrusten. En u krijgt huiswerk. Eerst even dat huiswerk maar: klik op deze link, download de reportage die daar staat en lees hem. Als u dat doet bent u aan het eind daarvan behoorlijk verontrust en hebt u uw huiswerk af – maar eerst iets anders:
In 1999 had ik als docent maatschappijleer en leerlingbegeleider bij de afdeling elektrotechniek prettig contact met een stel Marokkaanse leerling-elektromonteurs. Soms heb je dat, als leraar, dat het klikt met een groepje leerlingen. Daar moet je niet te lang over nadenken maar het is leuk dat het je overkomt.
En toen stonden ze ineens met z’n vijven verlegen te glimlachen en te draaien voor mijn kamerdeur, tot ik naar buiten kwam om te vragen wat er was. Of ik dinsdagmiddag tijd had? Ja, dat hangt er van af hoe laat. Om vier uur? ja, dat moet wel lukken. Kunt u dan naar het praktijklokaal elektro komen? Ja, dat kan, maar waarom of waarvoor?
Dat wilden ze niet vertellen en omdat ik ze wel vertrouwde liet ik het daarbij: ik zou er zijn. En ik was er natuurlijk, stipt op tijd en netjes in het pak – ik was tenslotte in die jaren óók afdelingsdirecteur. Het praktijklokaal was niet echt een gesophisticeerde ruimte: erg groot en tochtig en rommelig ‘ingericht’ met langs één kant open cabines om te oefenen met monteren en aan de andere kant enorme, hoge werktafels waar veel los werkmateriaal en gereedschap op lag te slingeren. Kabels, draad, tangen en tangetjes, fittingen: the lot.
Het was praktijkles aan de monteurs van niveau 2 en die liep ten einde: één van de grote werktafels was deels leeggeruimd (spullen gewoon opzijgeschoven) en daar stonden wat stoelen en krukken slordig bij elkaar en daar stonden die vijf Marokkaanse jongens verlegen bij te grijnzen.
De rest van de groep, acht Brabantse jongens van ~18 jaar, en de praktijkdocent keken verbaasd toe hoe ze uit grote tassen twee taartdozen haalden en flessen limonade. En bekertjes. En bordjes. En vorkjes. En de werktafel inrichtten alsof er een verjaardag moest worden gevierd, een soortement kinderfeestje eigenlijk, zo zag het er uit. En toen snapte ik het ineens: Suikerfeest!
Jawel, dat bleek te kloppen. Eén van de jongens (Mohamed, echt waar) legde dat kort uit en nodigde ons allemaal aan tafel en daar gaven wij natuurlijk graag gehoor aan. En natuurlijk werd er door de Brabantse jongens om bier geroepen, maar dat mocht de pret niet drukken en zodoende heb ik toen mijn eerste Suikerfeest gevierd: bij verrassing, in het afgetakelde praktijklokaal elektro, met een groepje leerlingmonteurs en een praktijkdocent.
Mierzoete taart, mierzoete limonade (ik voelde het glazuur op mijn tanden kreunen) en dikke pret. ik moet daar nog wel eens aan denken. Waarom kan dat nu niet meer? Gewoon met elkaar iets vieren, zonder gedoe en afgewogen en uitgekauwd beleid en publiciteit en principes en stellingnames en insluiting en uitsluiting en al die dingen die de pret en de onschuld bederven.