Beroep: onderwijs | aflevering 6.23
COLUMN | Afgelopen week kwam groep 2 van basisschool Den Bussel op bezoek. Ze deden een project over ’techniek’ en ze hadden gehoord dat wij een prachtige techniekafdeling hadden – of ze die mochten komen bekijken? Tja, zeg maar eens ‘nee’ na zo’n intro. Ik zei dus ‘ja’ want inderdaad, wij hebben een prachtige techniekafdeling en daar zijn we trots op dus waarom zou je die niet aan Jan en Alleman laten zien? Bovendien kwam het verzoek niet van Jan en Alleman maar van Monique Lagarde, lerares en vorig jaar officieel benoemd tot ‘held van het onderwijs’!
Welkom dus. Maandag om half twee kwam de eerste groep, dinsdag de tweede. Elke keer 25 kleuters met zes begeleiders. Leuk hoor, met zo’n groep kinderen door de school lopen. iedereen die je tegenkomt begint te glimlachen: als een vrolijk golfje goed humeur ga je door de gangen en lokalen van ROC Tilburg Stappegoor.
En ze wisten er al wat van af! Toen ik vroeg of ze wisten wat techniek was, kwam het antwoord er vlot uit: ‘Dingen maken!’
‘Precies’, zei ik enthousiast. ‘Dat is wat wij onze jongens hier leren….. Oohh, wat zeg ik nu weer voor vreselijks? Hebben jullie gehoord wat voor ergs ik zei?’
Het aardige van optreden voor kleuters is dat ze nog vatbaar zijn voor retorische kunstgrepen. De hele groep zweeg ontsteld na mijn uitroep. Wat voor ergs had de meneer dan gezegd?
Ik verschafte opheldering: ‘Nou, ik zei ‘jongens’. En techniek, dingen maken, dat is toch ook voor meisjes? Natuurlijk wel! Dus meisjes…’ etc etc.
Ha! Ik vond het zelf net zo leuk als de kleuters. Het mooiste moment kwam in de hangar. Eerst liepen we door naar de F-16, waar ik de schietstoel aanwees: daar zit de piloot. En natuurlijk prompt de vraag kreeg: waar zitten alle andere mensen dan? Maar na de F-16 keken we nog even bij de Alouette en terwijl we daar zo stonden en ik ze iets uit wilde gaan leggen, klonk ineens uit de groep het begin van een lied. Lichte, heldere stemmetjes die aarzelend (mocht je hier wel zingen?) inzetten: ‘Helikopter, helikopter, mag ik met je mee omhoog?’
Nu ziten er geen wieken aan de Alouette dus dat ging niet, maar toch:
‘Hoog in de wolken wil ik vliegen, hoog in de wolken wil ik zijn.’
Prachtig.