WOERDEN | NIEUWS | Slechts iets meer dan een kwart van de ouders in Nederland krijgt een docent thuis op bezoek, terwijl de helft van hen thuisbezoek door de school belangrijk vindt. Dat blijkt uit onderzoek van TNS/NIPO in opdracht van Verus.
Volgens scholen die werk maken van thuisbezoek, leidt dat tot meer begrip voor de leerling en een betere relatie tussen school en ouders. Docenten van het Beekvliet Gymnasium in Sint-Michielsgestel bijvoorbeeld gaan bij alle brugklasleerlingen thuis op bezoek. “Door thuisbezoek kunnen we leerlingen beter begeleiden en is de afstroom bij ons veel lager dan bij andere gymnasia,” aldus rector Carla Faassen.
Waar thuisbezoek door scholen vroeger de normaalste zaak van de wereld was, is dit de afgelopen decennia steeds verder afgenomen. Het onderzoek van TNS/NIPO laat zien dat nu nog slechts 29% procent van alle ouders thuisbezoek krijgt, waar gemiddeld 53% van de ouders dat belangrijk vindt. Ouders die ervaring hebben met thuisbezoek zijn er bovendien veel positiever over dan ouders zonder die ervaring. Dat beeld is ook te zien bij docenten en schoolleiders.
Onzichtbaar
Thuisbezoek past bij de maatschappelijke opdracht van scholen, vindt Verus-voorzitter Wim Kuiper: ‘‘Niet alleen brengt het school en ouders dichter bij elkaar; ook onzichtbare ouders en zorgelijke thuissituaties komen zo in beeld. Dat is winst voor school én kind. Ook voor bijvoorbeeld de overgang van primair naar voortgezet onderwijs is de ontmoeting tussen school en ouders in de vertrouwde thuissetting van grote waarde.’’
De respondenten van het TNS/NIPO-onderzoek zien als voornaamste pluspunten dat thuisbezoek zorgt voor een beter begrip van de persoonlijke situatie van de leerling, en dat het de relatie tussen ouders en school verbetert. Docenten die thuis bij leerlingen op bezoek komen, zeggen daardoor beter in staat te zijn om hen samen met de ouders te begeleiden bij onderwijs en ontwikkeling.
Band met de leerling
Rector Faassen van het Beekvliet Gymnasium vertelt: “De band tussen leraar en leerling is bij ons heel sterk. Dat komt zeker ook door het thuisbezoek. De mentor ziet de leerlingen in hun thuissituatie, en de plek waar ze hun huiswerk maken. Dat geeft hem een goed beeld van de leerlingen, waardoor hij ze beter kan begeleiden. Bovendien maakt thuisbezoek voor ouders de drempel om te bellen veel lager. Bijvoorbeeld wanneer de leerling niet lekker in z’n vel zit, als hij niet kan aarden in de klas, of als het niet goed gaat met een bepaald vak.”
Huisbezoeken leveren niet alleen wat op, maar kosten de school ook wat. Uit het onderzoek van TNS/NIPO komt duidelijk naar voren dat thuisbezoek door docenten als tijdrovend wordt ervaren, en dat thuisbezoek om specifieke vaardigheden van de docenten vraagt. Ook is men van mening dat een thuisbezoek de houding van de docent ten opzichte van de leerling beïnvloedt. Toch zeggen scholen die thuisbezoeken afleggen dat de voordelen ruimschoots opwegen tegen de nadelen.
Huisbezoek – thuisbezoek
Meestal wordt in het onderwijs gesproken over ‘huisbezoek’. Verus kiest voortaan voor het begrip ‘thuisbezoek’. ‘Huisbezoek’ wordt in andere sectoren vaak ingezet als middel voor controle. ‘Thuisbezoek’ wordt vaker in verband gebracht met dienstverlening aan huis. Verus wil met de term ‘thuisbezoek’ benadrukken dat het doel ervan is om de band met leerlingen en hun ouders te versterken door persoonlijke interesse in hun leefwereld.
[Bron: persbericht Verus]
> Meer informatie op www.thuisbezoek.nl.