DEN HAAG | NIEUWS | De invoering van de hogere loonschaal LB in het basisonderwijs stagneert. Voor het derde jaar op rij schommelt het percentage rond de 25 procent. Volgens afspraken die in 2008 zijn gemaakt in het Convenant LeerKracht, zou al in 2014 40 procent van de leerkrachten in de LB moeten zitten. Ook in Brabant liggen veel schoolbesturen niet op koers.
Dat blijkt uit een recent overzicht van de zogeheten Functiemix van de overheidsdienst DUO. Tot 1 augustus 2010 waren alle leerkrachten in het basisonderwijs in de zelfde schaal LA ingedeeld. Om het carrièreperspectief te vergroten en het vak (financieel) aantrekkelijker te maken, is toen schaal LB ingevoerd in het basisonderwijs. Een vergelijkbare uitbreiding van salarisschalen werd ook van kracht voor het voortgezet onderwijs en het mbo.
Maar anders dan in het voortgezet onderwijs, is de doelstelling in het basisonderwijs nog bij lange niet gehaald. Deze vaststelling komt op een precair moment. Er zijn acties aangekondigd tegen het salarisniveau in het basisonderwijs, het groeiende tekort aan leerkrachten en de werkdruk.
Het verschil tussen LA en LB is na 15 jaar bruto ongeveer 350 euro per maand. Voor het basisonderwijs is ook schaal LC ingevoerd. De doelstelling was dat in 2014 14 procent van de leerkrachten een aanstelling LC zou hebben. Ook dat streven ligt ver achter op het schema. Het verschil tussen het eindsalaris in LA en LC is bruto bijna 1000 euro per maand.
Toenmalig minister van Onderwijs Plasterk tekende in 2008 met het onderwijsveld het Convenant LeerKracht van Nederland. Daarin is onder meer vastgelegd dat er meer dan 1 miljard euro per jaar extra beschikbaar zou komen voor het onderwijs. Het grootste deel was bedoeld voor een betere beloning van leerkrachten. Scholen kregen extra geld om leraren in hogere salarisschalen te belonen: de versterking van de functiemix.
Een kleine steekproef onder de schoolbesturen in Brabant laat zien dat er ook deze provincie nog een inhaalslag nodig is.