DEN HAAG | NIEUWS | Een klein deel van de leerlingen die het onderwijs zonder diploma verlaten, keert later alsnog terug naar de schoolbanken. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Vijf jaar na het moment van uitval blijkt dat ongeveer een op de zes voortijdig schoolverlaters toch weer de draad van de opleiding heeft opgepakt.
Onder diploma wordt hier verstaan een zogeheten startkwalificatie. Dat is een diploma van tenminste mbo-2, havo of vwo. Een startkwalificatie heeft een jongere volgens de overheid nodig om succesvol de arbeidsmarkt op te kunnen gaan. Jongeren van onder de 18 jaar die geen startkwalificatie hebben, zijn wettelijk verplicht om onderwijs te volgen. Samen met de scholen voert de overheid gericht beleid om het voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Bovendien worden jongeren in de leeftijd van 18 tot 23 jaar, die geen diploma hebben, gestimuleerd om het papiertje alsnog te halen.
Het CBS heeft in het onderzoek gekeken naar scholieren van alle leeftijden. Van de scholieren die 18 jaar of jonger waren toen ze in 2009/’10 het onderwijs verlieten, zat 18 procent vijf jaar later toch weer in het onderwijs en had daarmee zicht op een startkwalificatie. Bij de schoolverlaters van 18 tot 23 jaar was dit bij 9 procent het geval. Vrouwen halen vaker alsnog startkwalificatie dan mannen.
Meer bij het CBS
> Lees hier een interview met een scholier die zonder diploma van school ging en later toch op het rechte pad kwam en nu nieuwslezer is bij RTL.
> Daling voortijdig schoolverlaten in Brabant vlakt af