5 november 2024

Oud-politici op topfuncties onderwijs

V.l.n.r. Paul Rosenmoller, Ton Heerts, Rinda den Besten, Thom de Graaf en Loes Ypma

DEN HAAG | NIEUWS | Vrouwen en mannen die in de politiek en het openbaar bestuur hun sporen hebben verdiend, zijn kennelijk aantrekkelijk voor belangenorganisaties in het onderwijs.

Van vier sectorraden – PO-raad, VO-raad, MBO-raad en Vereniging van Hogescholen – zijn de voorzitters afkomstig uit de politiek. Rinda den Besten staat aan het roer van de PO-raad, zij was PvdA-raadslid en -wethouder (o.a. van jeugdzaken) in Utrecht. Paul Rosenmoller (oud-fractievoorzitter van GroenLinks in de Tweede Kamer) staat bij de VO-raad voor de troepen.

Ton Heerts (oud-PvdA Kamerlid) geeft leiding aan de MBO-raad, als opvolger van Jan van Zijl (oud-Kamerlid van de PvdA).  En Thom de Graaf tot slot (senator voor D66, oud-minister en oud-Tweede Kamerlid) is voorzitter van de Vereniging van Hogescholen.

Alleen de voorzitter van de VSNU, prof. Karl Dittrich, heeft nooit een functie bekleed als raadslid of Kamerlid, al promoveerde hij in politieke wetenschappen aan de Universiteit van Leiden.

En naar mag worden aangenomen begint Loes Ypma, oud-Kamerlid voor de PvdA, in oktober als bestuursvoorzitter van Verus. Een opmerkelijke overstap want het bijzonder onderwijs was toch altijd het domein van de christelijke partijen, het CDA voorop. Was de vorige voorzitter van Ons Middelbaar Onderwijs, Rob Kraakman nog actief CDA-lid, zijn opvolger Eugene Bernard houdt zijn politieke kleur zorgvuldig verborgen.

Rol CDA uitgespeeld

Het speelveld van de belangenorganisaties overziende valt op dat de dominante rol van het CDA in het bestuurlijke onderwijsveld is uitgespeeld. Decennialang heeft het CDA een grote stempel op het onderwijsbeleid gedrukt, maar die tijd is voorbij. Maar het illustreert ook dat de politieke scheidslijnen vandaag de dag minder scherp zijn en dat niemand meer opkijkt van combinaties die lang ondenkbaar waren.

In de jaren negentig, ten tijde van het eerste Kabinet Kok, stond het bijzonder onderwijs nog op de achterste benen omdat de PvdA-minister Ritzen en PvdA-staatssecretaris, met hartelijk steun van VVD en D66, met zeven Paarse Plagen* de hegemonie van katholieke en christelijke besturen wilden doorbreken. Dat is overigens niet gelukt, nog altijd gaat ongeveer twee derde van de Nederlandse kinderen naar een bijzondere basisschool.

*) De term Paarse Plagen – ontleend aan de bijbel – stond voor ingrijpende structuurwijzigingen in het onderwijsbestel. Zoals decentralisatie van de huisvesting van scholen naar de gemeenten, het op afstand zetten van het openbaar onderwijs en de invoering van de samenwerkingsschool.

 

Bij de hoofdfoto: De VSNU heeft geen oud-politicus aan het hoofd staan. In 2011 protesteerden hoogleraren in Den Haag tegen aangekondigde bezuinigingen. Op de achtergrond o.a. het Torentje waar de premier huist.  

 

Deel dit artikel