COLUMN | BEROEP: ONDERWIJS | Afl. 8.8 | De klassen bouwtechniek waaraan ik sinds kort lesgeef, stellen me voor verrassingen. Ik luister dus veel: laat ze praten. Leerzaam is dat. De leerling-metselaars praten zo hard dat ze in het aangrenzende lokaal makkelijk te verstaan zijn, vermoed ik. Het maakt niet uit of ze tegen de hele groep praten, of dat ze iets tegen mij willen zeggen of tegen hun buurman. Het gaat altijd op steigervolume: boven het lawaai van de betonmolen, radio538 en het voortrazende verkeer uit.
Wat ze ook van de steiger meenemen, is het groeten van passerende vrouwen. De eerste keer dat dat gebeurde, was in een lokaal aan de straatkant. Er ging een mooie meid bij de bushalte staan -en ze waren niet meer te houden. Fluiten, op de ruiten bonzen, roepen – horen en zien verging. Ik werd zo kwaad dat ik dreigde de eerste die nog eens zoiets deed, uit de les te sturen. Dat is een effectief dreigement want dan worden ze geschorst en krijgen ze die dag niet betaald. Het dreigement werkte dus, maar ik had ze er liever van overtuigd dat dat geen soort van gedrag was.
Dat lukte bij de volgende groep wel, min of meer. Met die jongens zat ik in een lokaal dat uitkeek op de binnenplaats. Daar mag niemand komen, dus geen meiden om naar te fluiten. Dacht ik. Maar het lokaal had wel grote ramen naar de gang toe en midden in een betoog over vooroordelen liep een meisje door de gang. Het lokaal was te klein! Ik schaamde me de ogen uit m’n kop, maar ik ben niet kwaad geworden en omdat het over vooroordelen ging ben ik er op ingegaan. Het pakte nog goed uit ook.
Wat zij nou dachten dat zo’n meisje daar van vond, dat gejoel en getier en gefluit? Vroeg ik.
Nou, leuk natuurlijk. Zeiden zij.
Oh ja, hoe weten jullie dat nou? Vroeg ik.
Nou, zullen we haar eens binnenhalen en het vragen? Zeiden zij.
‘Ja zeg, ben je nou helemaal gek, Maar jullie moeten dat wel doen: aan een meisje vragen, aan een meisje dat je gewoon kent. Doe dat nu eens! Vraag eens aan je vriendin, of je zus, of je moeder, hoe dat voelt, als je langs een groepje jongens loopt en je krijgt dat soort opmerkingen over je heen.’
Ja, dat vonden ze niet leuk. Zij wilden keten en ik maakte er lesstof van. Het werd enigszins ongemakkelijk stil – en op dat moment kwam het meisje terug. De stilte werd drukkend, tot er eentje zei: ‘Nou, vooruit dan, iedereen houdt z’n muil’ en de hele klas zich grinnikend ontspande.
En nu? Ze stoten elkaar aan als een meisje door de gang paradeert, maar het blijft rustig. Dat is wel een overwinning, vind ik.
Ps1 Tijdens de discussie kwamen ze ook met het argument dat ze er niets aan konden doen, dat wangedrag:
‘U weet toch welke groep we zijn?’
‘BMF2a bedoel je?’
‘Ja. En u weet toch wat dat betekent?’
‘Bouw. Metselaars. En dan F2a.’’
Smalend gelach. ‘Nee, Bad Mother Fuckers.’
Ps2: 20 jaar geleden, 1997, gaf ik voor het eerst les aan deeltijdgroepen bouw. Ik schreef daar toen bovenstaand stukje over.