COLUMN | BEROEP: ONDERWIJS | Afl. 8.17 | Mijn schoonzoon heeft havo gedaan. Daarna heeft ie via het hbo ook nog twee masters gehaald dus dat is allemaal goed gekomen, maar in de eerste jaren dat ie bij ons over de vloer kwam, debiteerde hij een interessante ‘theorie’ over het Nederlandse onderwijs. ‘Kijk’, betoogde hij na enige glazen bier op een familiefeestje: ‘Zo moet je dat zien, havo is gewoon het beste van twee werelden. Vmbo’ers zijn wel stoer, maar ook dom. Vwo’ers zijn wel slim, maar niet stoer. Havisten, die zijn slim én stoer. Dus daar moet je zijn.’
Inmiddels is heel Nederland gaan geloven in deze theorie en vlucht men in groten getale weg van vmbo, richting havo: daar moet je zijn! Heel Nederland wil slim én stoer!
Leidt dat niet tot een tekort aan vakmensen, dan?
Welnee. Vakmensen komen niet van het vmbo maar van het mbo. Het gaat er dus om hoe we die toekomstige vaklui op het mbo krijgen, of ze nu (in afnemende mate) van het vmbo komen, of (in toenemende mate) van de havo. Als mbo moeten we onze slag slaan bij de derdejaars van de havo. Daar moeten die slimme én stoere jongeren kiezen uit de vier havo-profielen voor leerjaar 4. Daar zetten we dan het mbo naast, als vijfde profiel. Lekker veel praktijk want dat lusten ze wel, omdat ze dus niet alleen slim zijn maar ook stoer. Handen uit de mouwen!
