TILBURG | NIEUWS | Docenten van Ons Middelbaar Onderwijs (OMO) kunnen aanspraak maken op 600 euro per jaar dat ze mogen inzetten voor verdere professionalisering. Dit ‘scholingspotje’ is een van de afspraken die is vastgelegd in de cao tussen OMO en de onderwijsvakbonden (CNV Onderwijs, AOb, Federatie van Onderwijsorganisaties).
Om voor het volledige bedrag in aanmerking te komen moeten docenten een betrekkingsomvang van minimaal 0,4 fte hebben. Voor leraren die minder werken is het budget naar rato. De docent mag zelf kiezen aan welke vorm van professionalisering zij of hij dat besteedt.
De cao die OMO afsluit met de bonden heeft betrekking op arbeidsvoorwaarden en gaat niet over de hoogte van het salaris. Daarover worden landelijk afspraken gemaakt. In het onderhandelingsakkoord is veel aandacht voor gevolgen van de nieuwe omstandigheden in het voortgezet onderwijs in Brabant. Zo zijn er scholen die met krimp hebben te maken en waar banen vervallen, gaan de komende jaren relatief veel docenten met pensioen en is er tekort aan docenten voor bepaalde vakken.
Regio-aanstelling
Kernpunten uit de cao zijn zekerheid, mobiliteit, experimenteerruimte, professionalisering en loopbaanmogelijkheden voor ondersteunend en onderwijzend personeel (OOP).
In het akkoord is ingezet op werkgelegenheid door afspraken te maken om de instroom en behoud van jonge werknemers te stimuleren. Om in de toekomst voldoende kwaliteit voor het onderwijs te behouden, maar ook in te kunnen spelen op ontwikkelingen zoals krimp, krijgen nieuwe medewerkers in de eerste vijf jaar een ‘regio-aanstelling’.
In de tekst van de CAO OMO is verduidelijkt dat, na een eerste arbeidsovereenkomst op proef, bij een positieve beoordeling een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd volgt. Ook is ingezet op een verdere reductie van uitzendarbeid en andere inleenconstructies.
De cao OMO gaat in per 1 april a.s. en loopt tot 1 januari 2019. Lees hier het onderhandelaarsakkoord.
[Bron: o.a. persbericht]