COLUMN | BEROEP: ONDERWIJS | Afl. 8.30: | Ik lees een boekje van Schopenhauer, negentiende-eeuwse Duitse filosoof. Echt een sombermans hoor: je wordt er niet vrolijk van. De mens beweegt zich van smart naar verveling, schrijft hij. Smart vanwege de verlangens die niet vervuld worden. Verveling dient zich aan als die verlangens wél vervuld worden – wat moet je dan?
Een aantal jaren geleden begonnen twee oud-leerlingen van me een eigen bedrijfje, vlak bij mij om de hoek. De garage van pa werd verbouwd met een leuk winkelfrontje en daar kon je dan je computer laten repareren. Inmiddels zijn ze (eerst) verhuisd en (daarna) failliet gegaan, maar aanvankelijk zag het er veelbelovend uit. Ik wandelde er binnen als ik computertroubles had en kwam er natuurlijk ook gewoon weleens langs. Op een zwoele zomeravond stonden ze gezellig buiten te praten met twee (ook al ex-roc) meisjes. Kwinkslagen over en weer, luid gelach, grinniken, knipogen – zag er veelbelovend uit.
Een half uurtje later kwam ik terug van boodschappen doen en net op dat moment stapten de meisjes weer op hun fietsen en gingen er vandoor. De twee oud-leerlingen keken hen na, nog grijzend en grimassend, en toen ik ze passeerde zei de één tegen de ander, uit het diepst van zijn ziel op een toon van grenzeloze afkeer: ‘Zeikwijven!’ Schopenhauer zou hem begrepen hebben, denk ik: niet de verveling die volgt op vervulling, dit keer, maar de smart dat het niet lukte.
Ps de titel van het boekje, die ik hier leen als titel van mijn stukje, klopt natuurlijk maar gedeeltelijk. Er is ook geen man die deugt, lijkt mij. De titel zou dus eerder ‘er is geen mens die deugt’ moeten luiden. We zijn allemaal deugnieten, ook Schopenhauer!