BREDA | NIEUWS | Het project ‘Actie tegengif’ weerhoudt veel scholieren in de brugperiode ervan om te beginnen met roken. De boodschap van het project is dat niet-roken de sociale norm is. Dat blijkt aan te slaan. In klassen die aan het project deelnemen is het aantal scholieren dat met roken start driemaal zo laag als in klassen die niet aan het project deelnemen.
Demissionair minister Ab Klink (Volksgezondheid) schrijft in een brief aan de Kamer naar aanleiding van een rapport van het RIVM met als titel ‘Wat rookt de Nederlandse jeugd en waarom?’. De meeste jongeren raken tabaksverslaafd op de middelbare school waar ze hun eerste ervaringen opdoen met het roken van sigaretten. “In deze periode vertonen jongeren experimenteergedrag, zijn ze beïnvloedbaar en zijn hun hersenen zeer gevoelig voor de verslavende eigenschappen van nicotine. Hoe eerder een kind begint met roken hoe waarschijnlijker het is dat hij of zij verslaafd raakt”, schrijft Klink.
Op grond van de uitkomsten van een enquête onder bijna vijfduizend scholieren doet het RIVM onder meer de aanbeveling om heel gerichte voorlichtingscampagnes te houden en daarbij rekening te houden met het opleidingsniveau van de doelgroep. Ook zou er informatie moeten worden gegeven over de toevoeging van vanille, dorp, suiker en cacao aan de tabak en waardoor leerlingen de smaak van het roken te pakken krijgen. Minister Klink is het van harte met die aanpak eens. Hij meldt dat er dit jaar en volgend jaar een speciale campagne gevoerd gaat worden om de weerbaarheid van jongeren tegen de verleiding van het roken te vergroten.