SLEEUWIJK | NIEUWS | 18 januari 2008 | Het besluit van de Tweede Kamer om niet te tornen aan de 1040-urennorm in het voortgezet onderwijs is slecht gevallen bij de rectoren en directeuren van een dertigtal scholen die eerder bezwaar hadden gemaakt.
“We zijn zwaar teleurgesteld dat de kamerleden niet naar de mensen in de praktijk hebben willen luisteren”, zegt rector Gijsbert van der Beek van het Altena College in Sleeuwijk in reactie op de uitkomst van het debat in de vaste kamercommissie voor onderwijs.
De rector heeft de afgelopen maanden, samen met zijn collega’s, geprobeerd de kamerleden te overtuigen van de onjuistheid van de berekeningen die volgens hen ten grondslag liggen aan de 1040 urrennorm.
“We hebben uitvoerige brieven gestuurd, we hebben meermalen gesproken met kamerlid Jan de Vries en dan is het zeer frustrerend te moeten vaststellen dat er inhoudelijk nauwelijks op onze argumenten wordt ingegaan en dat het eenmaal ingenomen standpunt kennelijk heilig is”, zegt Van der Beek. CDA-kamerlid Jan de Vries heeft in maart 2006 met de indiening van een amendement de onderwijstijd in de onderbouw vastgezet op 1040 klokuur. Het voorstel van minister Van der Hoeven was 1000 klokuur, met een bandbreedte. De Vries vond een bandbreedte onwenselijk omdat scholen daar misbruik van zouden maken.
De rector heeft zich groen en geel geërgerd aan opmerkingen tijdens het debat zoals van staatssecretaris Marja van Bijsterveldt, dat het maar eens afgelopen moet zijn met ‘de terreur van de middelmaat’. “Ik daag haar uit om op mijn school te komen kijken en dan zal ik haar laten zien dat wij kwalitatief goed onderwijs bieden.” De vwo-afdeling van het Altena College kreeg in september van de Onderwijsinspectie het predikaat excellent.
Borreltafel
Van der Beek vindt dat de kwestie van de onderwijstijd is behandeld op het niveau van de borreltafel. “Er is geen oog voor de feiten, men is meegegaan in populistische geluiden dat er in het onderwijs niet hard gewerkt wordt en dat het maar eens afgelopen moet zijn met de lesuitval. Natuurlijk zullen er best scholen zijn die er een potje van gemaakt hebben, maar die moeten dan aangepakt worden. Nu worden alle scholen over een irreële kam geschoren.” De versoepeling van de regeling heeft wat wel druk van de ketel gehaald, maar volgens de rector nog lang niet voldoende.
Scholing
Hij verwijt de Haagse politiek dat er niet goed wordt nagedacht over de consequenties voor het probleem van het lerarentekort. “In het rapport van de commissie Rinnooy Kan staat onder meer dat de werkdruk in het onderwijs moet worden aangepakt, dat leraren meer tijd moeten krijgen voor scholing. Minister Plasterk heeft die aanbevelingen overgenomen, maar een strikte handhaving van de 1040 urennorm maakt dat onmogelijk. Integendeel, scholing wordt vrijwel onmogelijk, de werkdruk neemt toe en daarmee de onvrede onder het personeel.”
[Dit is een verkorte versie van een artikel dat op 18 januari 2008 is gepubliceerd in de nieuwsbrief van de Besturenraad]