Beroep: onderwijs | Aflevering 5.34
COLUMN | Vorige week kreeg ik onverwacht een groepje Koerden op bezoek, op ons ROC, en toen moest ik opeens denken aan een hilarisch moment in een les van wel 30 jaar geleden, in de havo-eindexamenklas geschiedenis. Was een kleine groep en de les ging over de Eerste Wereldoorlog en het einde daarvan (of de voortzetting met andere middelen): de Vrede van Versailles.
Dat het Ottomaanse (Turkse dus) Rijk werd opgesplitst in protectoraten (Syrië, Irak, Libanon, Jordanië) en dat de Koerden pech hadden: geen Koerdistan. Jammer maar helaas. En dat dat nog steeds lastig was, ook nu in de jaren tachtig: in Turkije streden de Koerden voor een eigen staat en de Turkse regering onderdrukte dat hard en bloedig. Meedogenloos.
De Turkse politiek was erop gericht het Koerdisch zelfbewustzijn uit te roeien en je mocht in Turkije ook niet over ‘Koerden’ spreken, dat woord was verboden want die bestonden helemaal niet, volgens de Turkse regering. Dat waren ‘bergturken’, in de officiële newspeak. Op een gegeven moment zei ik dus, in die les, tegen die klas: ‘Als je in Turkije alleen maar zegt ‘ik ben Koerd’, dan word je al gearresteerd.’
Het was even stil in de groep. Toen zei een jongen op de achterste bank loom: ‘Nou, dan ga ik er mooi niet naartoe.’
Het was weer even stil terwijl wij deze info verwerkten. En toen kreeg geleidelijk de hele groep, ik ook, de slappe lach. Die jongen op de achterste bank, dat was Kurt van de Bijl.
> Vorige aflevering Un groupuscule