DEN HAAG | NIEUWS | Leerlingen in het voortgezet onderwijs moeten vanaf volgend jaar gedurende hun schoolloopbaan minimaal 30 uur maatschappelijke stage lopen. Dat is aanzienlijk minder dan aanvankelijk de bedoeling was.
In september vorig jaar stelde staatssecretaris Van Bijsterveldt (Onderwijs) het verplichte aantal uren vast op 72 uur voor het vwo, voor het havo op 60 uur en voor vmbo en praktijkonderwijs op 48 uur. Maar nu is tot een neerwaartse bijstelling besloten omdat uit proefprojecten is gebleken dat scholen grote moeite hebben om stages van langer dan dertig klokuren organisatorisch rond te krijgen. Bovendien kan op die manier bezuinigd worden op de uitgaven van OCW.
De aanpassing van het verplichte aantal uren dat aan de maatschappelijke stage moet worden besteed blijkt uit de Memorie van Toelichting op het wetsvoorstel waarmee de stage wettelijk wordt verankerd. De maatschappelijke stage maakt met ingang van 2011 – 2012 verplicht onderdeel uit van het curriculum. Dat betekent dat het voltooien van een stage een van de eisen is die gesteld worden aan het behalen van een diploma.
Reactie VO-raad
De VO-raad laat in een reactie weten het een goede zaak te vinden dat het aantal verplichte uren voor de maatschappelijke stage is verlaagd naar dertig ‘omdat er minder geld beschikbaar is dan voorzien’. Maar de raad plaatst er ook een kanttekening bij. Een verlaging van het aantal uren betekent niet dat de kosten voor de school evenredig afnemen.
“Het zijn vooral de organisatie en administratie die tijd en geld kosten. Of er nu een stage voor 10 of voor 30 uur wordt georganiseerd: er moet altijd een overeenkomst worden gemaakt, er moet worden voorbereid, begeleid, gereflecteerd en geëvalueerd”, aldus de VO-raad in een verklaring. Er moeten dus voldoende financiële middelen zijn om de stages te kunnen organiseren.
Onderwijstijd
Op de begroting van OCW staat 55 miljoen voor maatschappelijke stages, tien miljoen minder dan het jaar daarvoor. Daarnaast is met de gemeenten overeengekomen dat ze de 20 miljoen euro die ze ontvangen van OCW en VWS voor het stimuleren van vrijwilligerswerk deels in gaan zetten voor de maatschappelijke stages.
Volgens de bestaande afspraak krijgen scholen van OCW 60 euro per leerling. Of dat bedrag nu blijft staan is niet duidelijk. Uit de stukken blijkt wel dat alleen die 30 uur gerekend mogen worden tot de wettelijk verplichte onderwijstijd. De meeruren die leerlingen aan hun maatschappelijke stage besteden tellen niet mee.
Het is voor de tweede keer dat de urennorm voor maatschappelijke stages wordt aangepast. Bij de lancering van het plan in het regeerakkoord van het kabinet Balkenende IV in 2007 werd nog uitgegaan van een stageduur van drie maanden. Maar dat werd al vrij snel als onrealistisch van tafel gehaald.
Op een regionale rondetafelconferentie over de maatschappelijke stage, vorig jaar in Eindhoven, kwam de zorg over de hoge norm van 72 uur ook al naar voren.
Groot draagvlak
Uit de Memorie van Toelichting blijkt overigens dat deze stage al goed is ingeburgerd. Hoewel pas volgend jaar verplicht heeft 99 procent van de scholen de stage ingevoerd. Verder wordt geconstateerd dat er ook bij maatschappelijke instellingen, die de stageplaatsen bieden, een groot draagvlak is voor dit fenomeen. Jaarlijks gaan er 195.000 leerlingen op stage.
Met de maatschappelijke stage geven scholen invulling aan hun opdracht tot burgerschapsvorming en aan bevordering van sociale integratie. Leerlingen oriënteren zich op deze manier op terreinen in de samenleving waar ze anders niet zo gauw mee in aanraking zouden komen. Bovendien proeven leerlingen op deze manier aan het vrijwilligerswerk en stimuleert het hen om daarna ook actief te worden als vrijwilliger.