TILBURG | NIEUWS | Studenten die een juridische opleiding volgen, zouden ook meer kennis moeten krijgen van andere disciplines. Dat is nodig omdat in strafzaken de betekenis van het technisch bewijs steeds meer toeneemt.
Mr. Harm Brouwer, voorzitter van het college van Procureurs Generaal en daarmee de hoogste baas van het Openbaar Ministerie, hield dat pleidooi vrijdag 11 februari op de Juridische Hogeschool Avans – Fontys in Tilburg. Hij deed dat in het kader van de jaarlijkse Maaskantlezing, vernoemd naar de architect van het vorige gebouw waar de hogeschool was gehuisvest. De titel van Brouwers lezing was Waarheidsvinding in het strafproces.
Complex
De topman van het OM wees erop dat de complexiteit van strafzaken toeneemt en dat er steeds meer deskundigen worden opgetrommeld om hun mening te geven. Dan gaat het bijvoorbeeld om het resultaat van forensische onderzoeken, wiskundige berekeningen of ingewikkelde digitale programma’s.
Voor de rechters, officieren van justitie en advocaten is het vaak een hele toer om de informatie van deze deskundigen op waarde te schatten. Dat komt omdat ze vooral juridisch geschoold zijn. Voor de meesten dateert bijvoorbeeld de bètakennis nog van de tijd dat ze op de middelbare school zaten, merkte Brouwer licht ironisch op.
Broodnodig
Er zijn al van initiatieven in gang gezet om die kennisachterstand weg te werken, maar volgens Brouwer is het van belang dat ook de opleidingen daar structureel aandacht aan gaan besteden. Te denken valt bijvoorbeeld aan kennis van biologie of statistiek. “Dat is broodnodig”.
Brouwer lanceerde in dit verband ook als een ‘voorzichtige gedachte’ om deskundigen toe te voegen aan de rechtsprekende colleges die grote strafzaken behandelen waar forensisch wetenschappelijke vraagstukken een belangrijke rol spelen.